GERED DOOR EEN DAPPERE BUSREIS

Schrijver
Birgit Barten
Locatie
Hoofdstraat 26, Heeswijk-Dinther
Thema
Verzet
‘’Ik kan het me allemaal nog zo goed herinneren’’, vertelt Jeanne Hoevenaars-Voets. ‘’Ik was maar drie jaar oud, maar kan me nog zoveel beelden voor de geest halen.’’ Jeanne werd geboren in 1941. Haar ouders woonden aan de Hoofdstraat, destijds heette dit de Dorpsstraat, in Heeswijk en hadden een Jaminwinkel. Drie jaar lang hield het echtpaar een Joods stel verborgen. ‘’Er is nog steeds goed contact’’, vertelt Jeanne.
Ergens in 1942 stapt een bijzondere klant binnen bij de snoepwinkel van de familie Voets. ‘’Mijn moeder noemde hem ook wel ‘het misterke’. Hij vertelde mijn moeder dat hij op zoek was naar onderduikadressen voor Joodse mensen.’ Anna en Marinus Voets stemmen toe en niet veel later worden Herman en Leny van Dijk-Cohen ondergebracht bij het echtpaar. Het stel wordt een onderdeel van het gezin met toendertijd drie kinderen. Leny leert Jeanne zelfs lopen en fietsen.
Het Joodse echtpaar verblijft in een vertrek op de begane grond, in een kamer achter de winkel. De ouders, familie en buren van Jeannes ouders weten niets van de onderduikers. De kinderen moeten Leny en Herman ‘oom en tante’ noemen. Niemand weet van de onderduikers behalve ‘het misterke’ en Dokter Lebeau, hij heeft geholpen bij het gebrokensleutelbeen van Leny.
Verraad in de bus
Op een dag komt ‘het misterke’ weer in de snoepwinkel en vraagt om de onderduikers op de bus naar ’s-Hertogenbosch te zetten. Ze zullen naar een nieuw onderduikadres gaan, af en toe switchen van plek zou veiliger zijn, zo beweert ‘het misterke’.
Anna Voets vertrouwt het niet en ze laat het Joodse echtpaar dan ook niet vertrekken. In plaats daarvan stapt ze zelf in de bus op het tijdstip dat ‘het misterke’ heeft doorgegeven. Zodra de bus in Middelrode arriveert, stappen er Duitse soldaten in de bus voor een controle. ‘’Mijn moeder schrok enorm en een halte later is zij de bus uitgestapt. Eenmaal te rug in Heeswijk vroeg ze zich af of ‘het misterke’ ze had verraden. Ik bewonder het lef dat mijn moeder had enorm’’, vertelt Jeanne vol bewondering.
Erin getrapt
Niet veel later komt ‘het misterke’ navragen of Herman en Leny wel met de juiste bus mee zijn gegaan. ‘’Mijn moeder hield vol dat ze in de bus zijn gestapt en ‘het misterke’ trapte erin. Wie deze man precies was en waar hij is gebleven is altijd een mysterie gebleven.”
‘Grote laarzen stormen naar boven’
De busreis is niet de enige reden waarbij Jeannes moeder ‘het misterke’ verdenkt van een dubbele agenda. Ondanks dat bijna niemand van de onderduikers weet, komen op een dag Duitsers binnengestormd. Het Joodse echtpaar verblijft op de begane grond maar de Duitsers zoeken alleen op de bovenverdiepingen. Bovendien is de klink van de kamerdeur waarachter Herman en Leny verbleven niet goed zichtbaar. “Het is echt hun redding geweest. Het was zo ontzettend akelig. Ik hoor nog de grote laarzen naar boven stormen. We hadden hele smalle traptreden, de Duitsers gingen met veel geweld naar boven.’’
Warme contacten
Leny en Herman emigreerden na de oorlog naar Brazilië. Tot op de dag van vandaag onderhouden de twee families warme contacten.
Historisch kader Vrouwen in het verzet
Om het de Duitsers zo moeilijk mogelijk te maken pleegden sommige Nederlandse burgers verzet. Verzetswerk werd veelal gedaan door mannen, maar ook een aantal vrouwen. Zij gebruikten hun traditionele rol in het huishouden als dekmantel om deel te nemen aan het verzet. Ze namen onderduikers in huis of zorgden voor een veilig onderduikadres. Ook hielpen de verzetsvrouwen mee door koerierswerk te verrichten, en illegale kranten, voedselbonnen en zelfs wapens te vervoeren. Voor vrouwen was het gemakkelijker om zich vrij over straat te bewegen. Mannen liepen de kans opgepakt te worden voor de arbeidsinzet. Toch was het ook voor de vrouw een klus met groot gevaar. Lees hier meer over de vrouwen in het verzet: https://www.verzetsmuseum.org/jongeren/gewapend_verzet/vrouwen_in_verzet
Bronnen:

FOTO
Marinus en Anna Voets (Afbeelding: privébezit familie Voets, z.j.)