75 personal life changing war stories
75 Verhalen, voor ieder jaar dat we in vrijheid leven één. Samen geven ze een goed beeld van de impact van de Tweede Wereld- oorlog op de Brabantse samenleving. Deze verhalen vormen het uitgangspunt voor een Brabant breed programma en een (inter) nationale campagne genaamd Brabant Remembers. Het doel is om zoveel mogelijk mensen, en dan vooral de jongere generaties, de verhalen te laten ervaren. Uiteindelijk is het onze droom om in iedere gemeente minimaal één persoonlijk levensveranderend verhaal beleefbaar te maken onder de noemer:
Brabant Remembers – 75 personal life changing war stories.
SELECTEER EEN THEMA EN BEKIJK DE VERHALEN OP DE KAART
SCHRIJVER | #name |
LOCATIE | #place |
THEMA | #thema |
DE GOEDE STRIJD GESTREDEN
Voor veel Brabanders waren naast Britten, Canadezen en Amerikanen, Polen dé bevrijders. Minder bekend was toen, maar ook nu, dat eveneens veel Polen betrokken zijn geweest bij de strijd in de lucht. Net na middernacht op 28 augustus 1942 zweefden twee van hen aan een parachute boven het nog donkere Brabantse landschap, een ongewisse toekomst tegemoet.
HIJ DIE ZIJN LEVEN GEEFT VOOR ZIJN VRIENDEN
Tientallen Duitse steden waren tijdens de oorlog het doelwit van Britse en Amerikaanse bommenwerpers: Berlijn, Keulen, Frankfurt, Hamburg, Düsseldorf, Essen, Dortmund. Duits afweergeschut en jachtvliegtuigen probeerden de bommenwerpers neer te halen, soms boven Brabants grondgebied.
IN JE EENTJE TEGEN VIERHONDERD DUITSERS
Op de voorpagina van woensdag 8 september 1965 meldde dagblad Trouw dat automobilist C. Sleegers bij een ongeluk om het leven was gekomen. Veel lezers bladerden ongetwijfeld nietsvermoedend verder. Maar in Zuidoost-Brabant en zeker in Veldhoven, werd geschokt gereageerd op het overlijden van hun dorpsgenoot, die zich tijdens de oorlog op bijzondere wijze had onderscheiden.
TEN OOSTEN VAN AARLE-RIXTEL LIGT SIBERIË
Begin 1940 was Aarle-Rixtel – de huidige gemeente Laarbeek – een bedaard dorp van 3.056 zielen. Eindbestemming van de vele karrensporen: kerk, kroeg of klokkengieterij. Welke jeugdboeken de lokale bibliotheek bezat? Onbekend, maar het avonturisme van Dik Trom, Kruimeltje en Pietje Bell verbleekt bij dat van Johan Wigmans.
ÉÉN VOOR ALLEN, ALLEN VOOR ÉÉN
De familie Derks telde met zestien kinderen, acht jongens en acht meisjes, en woonde op ’t Hout in Geldrop. Het gezin had het niet breed. De zoons ventten aardappels voor de kost. Tijdens de oorlog deelden ze een grote afkeer voor de Duitse bezetter. Maar dat gold niet voor de achttienjarige Riek, één van de dochters. Ze werd verliefd op een Duitse Feldwebel. Het feit dat hij was getrouwd en twee kinderen had, stond haar liefde niet in de weg. Voor de broers Henk (35), Gerard (24), Theo (?) en Christ (22) was het gedrag van hun zuster een doorn in het oog.
HEB UW VIJAND LIEF
Ook in West-Brabant ontwikkelde tijdens de bezetting het verzet zich op veel plaatsen. Toen in 1943 de Landelijke Organisatie voor Onderduikers (LO) zich ging organiseren werd Rucphen onderdeel van het district Roosendaal. Een van de plaatsen waar onderduikers terecht konden, was de ‘Gerda Hoeve’, gemeente Rucphen, maar parochieel onder Nispen. Daar vond net voor de bevrijding een onverwachte ontmoeting plaats.
BEVRIJD DOOR TWEE KEER TWEE MAN
Het dorp Cuijk aan de Maas had in september 1944 de pech dat het tijdens operatie Market Garden precies in niemandsland lag genegeerd door de strijdende partijen. Twee weken lang zweefde de bevolking tussen angst en hoop.
GERONK IN DE NACHT
De Engelsen begonnen al snel na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog met het bombarderen van strategische doelen in Duitsland. Het geronk van vliegtuigen die vanuit Engeland op weg waren naar Duitsland was in Nederland vaak horen. Zo ook op de avond van 23 mei 1940 in Mierlo-Hout, twee weken na het begin van de oorlog in Nederland.
LACHEN ALS GEKKEN IN DE MOORDCENTRALE
De Joodse gemeenschap in Geertruidenberg is klein, de weinige leden ontmoeten elkaar wekelijks op sjabbat in de synagoge die in de schaduw van de majestueuze Gertrudeskerk staat. Het is niet ver van de Koestraat, waar Bethrina Kooperberg met haar zussen en broer opgroeit. In de canon van Geertruidenberg staat te lezen dat het laatste grote feest in de synagoge het Bar Mitswa van Jaap (Jacob) Kooperberg is geweest. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn de zussen Netty, Betsy en Trijntje al verloofd of getrouwd en wonen niet meer in Geertruidenberg. Oudste dochter Bethrina is dan nog steeds vrijgezel, ze woont in bij haar oude oom Salomon en haar tantes Rika en Sofia (Fie) Kalker aan de Stationsweg in Geertruidenberg. Ook is ze vaak te vinden bij de familie Van Beek, waar ze past op de nog jonge kinderen Jet en Jan.
MANNEN IN GESTREEPTE KLEDING
In 1940 namen de Duitsers het vliegveld Gilze-Rijen in en gedurende de oorlog breidden zij het uit tot één van de grootste vliegvelden in Europa. Huizen in de omgeving van het vliegveld werden gesloopt en de nieuwe omwonenden zagen van dichtbij wat er zich dagelijks afspeelde op het vliegveld.
DE WARE BETEKENIS VAN VRIJHEID
Aan de stuurknuppel van de Dakota C-47 Stoy Hora zit kolonel Frank Krebs, commandant van de 440th Troop Carrier Groep met naast hem co-piloot majoor Howard Cannon. Beide Amerikaanse strijders vervullen een heldenrol tijdens D-day. Op 6 juni 1944 droppen ze met hun Dakota parachutisten van de 101ste Airborne Divisie in Normandië en keren daarna veilig terug op hun thuisbasis in Nottingham. De opmars van de geallieerden in Europa is begonnen.
UDENAAR WIJST BEVRIJDERS DE WEG
Met ‘Operatie Market Garden’ wilden de geallieerden zo snel mogelijk de Duitsers verslaan en een eind maken aan de oorlog. Duizenden parachutisten landden in de herfst van 1944 diep in vijandelijk gebied. Zij moesten alle bruggen over de grote rivieren veroveren en verdedigen, totdat een invasieleger vanuit het zuiden hulp zou bieden. De langverwachte bevrijdingsoperatie inspireerde sommige gewone Nederlanders zich aan te sluiten bij de internationale troepenmacht.
NAAMLOOS BEGRAVEN
De meesten van de duizenden Nederlandse soldaten die stierven in de Tweede Wereldoorlog, sneuvelden in het begin, bij de inval van de Duitsers. Ze hoefden daarvoor niet eens verwikkeld te zijn in een gevecht. Ook een van de eerste Brabantse slachtoffers bevond zich 10 mei 1940 op het verkeerde moment op de verkeerde plek.
DE GOEDE DUITSER – GEEN SPROOKJE
Er was eens een Duitse jongen die alles over breekbaarheid wist. Zijn wieg stond in Meißen, de porseleinstad van Duitsland. Karl-Heinz Rosch was een ongewenst kind. Het huwelijk van zijn ouders sneuvelde vroegtijdig, waarna zijn opa en oma hem in huis namen. Toen hij dertien jaar was, klonken er scherven in Nederland. Het Duitse leger viel binnen.
NEGEN VIERKANTE METER WRAAK
Pagina 2, linksboven. “De Heer en Mevrouw H. Arts-Woestenbergh geven hiermede kennis van de geboorte hunner dochter Susanne.” Het was een sober familieberichtje in de Nieuwe Tilburgse Courant van 13 november 1916. Maar de vreugde op de krant was ongetwijfeld groot. Redacteur Harry Arts had een dochter gekregen. Twee jaar-en-een-maand later plaatste hij opnieuw een annonce in zijn eigen krant. Een overlijdensbericht. Van zijn vrouw.
MACZEK’S EER
Stanislaw Maczek werd vanwege zijn militaire ervaring in 1938 commandant van de 10e Gemotoriseerde Cavalerie Brigade van Polen. Na de Duitse inval in 1939 kwam hij via Noord-Afrika in Frankrijk terecht. In Frankrijk vocht hij met andere gevluchte Polen opnieuw tegen de Duitsers. Hierna bouwde hij in Engeland de 1e Poolse Pantserdivisie op.
NOODWONING VILLA V-1
Begin 1945 is Brabant al grotendeels bevrijd maar nog niet veilig. Over heel Brabant vliegen er nog geregeld V-1 vliegtuigbommen van bezet gebied naar strategische doelen van de geallieerden, zoals de haven van Antwerpen. V-1’s haalden echter lang niet altijd hun doel.
IN DE LENTE KOMT HIJ THUIS
Al voor de oorlog gingen verhalen rond over Winando. De man, die eigenlijk Henk van Heusen heette, had naar eigen zeggen vele gaven, onder andere om de toekomst te voorspellen. Voor de illusionist waren onzekere tijden gouden tijden. Oorlog rukte gezinnen en geliefden uit elkaar. Achtergebleven familieleden konden niet anders dan wachten en klampten zich aan elk sprankje hoop vast.
IK BEN HEEL VER WEG
“Ik ben heel ver weg, maar mijn hart is thuis. Bij mijn vrouwtje, dat alleen is. De herinnering aan het sprookje van toen is al wat nu mijn deel is. Maar de dag, dat ik weer bij jou zal zijn, is nu reeds in mijn gedachten. Want mijn vast geloof in jou en de trouw, geeft kracht te blijven wachten”. – Cees Meeuwis
PEETMOEDER VAN DE VETERANEN
Someren was al bevrijd en er werd fel gestreden bij Sluis 11, anderhalve kilometer verderop. Engelse bevrijders vielen aan met grof geschut; de Duitsers verdedigden hardnekkig. Plots kwam er vlakbij de familie Kruijf aan de Slievenstraat een verdwaalde Duitse granaat aansuizen. Op het erf spatte hij uiteen.
JULLIE ZIJN VRIJ!
In juni 1944 landden geallieerde troepen op de Normandische kust. In rap tempo bevrijdden zij Parijs. Daarna volgden Brussel en Antwerpen. Op 11 september bereikten de Engelsen de Nederlandse grens bij Valkenswaard. In de nabij gelegen dorpen werd iedereen flink nerveus. Zoals in Borkel en Schaft waar de postbode zich haastte het goede nieuws rond te bazuinen.
DE BOER EN DE LANDLOPERS
Voor een hoop mensen ging het dagelijks leven tijdens de oorlog gewoon door. De boeren behielden hun taken en bewerkten hun land. Maar de meeste paarden werden gevorderd door de Duitsers, wat het werk op het platteland extra zwaar maakte. De oogst moest worden afgestaan aan de bezetter voor een “eerlijke” verdeling van het voedsel. Voor de boer en zijn familie bleef er vaak maar weinig over om van te leven.
BLACK FRIDAY: NOT IN VAIN
De Slag om de Schelde was een grote militaire operatie in het noorden van België en het zuidwesten van Nederland. De operatie werd op 1 oktober 1944 door het Canadese 1e Leger (inclusief Poolse en Britse eenheden) in gang gezet en duurde tot 8 november van dat jaar. Het belangrijkste doel was het vrijmaken van de Schelde, zodat de geallieerde bevoorradingsschepen toegang kregen tot de haven van Antwerpen.
SIGARETTEN ALS STILLE GETUIGEN VAN EEN BIESBOSCHCROSSING
Door de verloren Slag om Arnhem stokte de bevrijding van Nederland in het najaar van ’44 in Brabant. En zo werd de Brabantse Biesbosch in de laatste oorlogswinter een soort niemandsland, dat crossers in de nachtelijke uren keer op keer doorkruisten om mensen, medicijnen en geheime documenten ongezien weg te brengen.
DE DAG DAT MARIA NIET KEEK
Het spookte in Asten in de nacht van woensdag 20 op donderdag 21 september 1944. Engels granaatvuur. In en rond de kerk was het een ravage. Donderdags werd Asten geëvacueerd. En ‘s avonds het kerkdorp Ommel, het populaire Mariaoord. ‘Das ganze Heiligtum geht kaputt,’ hadden de Duitsers gezegd. Veel Ommelnaren zochten een goed heenkomen, maar ook velen bleven thuis. Want oorlog? Ach, oorlog…
DE OORLOG DOOR DE OGEN VAN RIEN
Voor 1 november 1944 had de zevenjarige Rien van Broekhoven nog niet veel meegekregen van de ernst van de oorlog. Het huis van zijn ouders in het dorpje Welberg was gevorderd maar hij had de gedwongen verhuizing naar hun buurman niet als een grote ramp ervaren. Zijn dagen bracht hij door met spelen in de bossen, fietsen in de bommenkraters nabij het dorp en naar school gaan in het dorpscafé. Eind oktober was de bevrijding van Brabant in volle gang. De inwoners van Welberg hadden er reikhalzend naar uitgekeken.
MARIA BESCHERMT HAAR KINDEREN
West-Brabant was strategisch van belang voor het Duitse leger, en dus ook voor de geallieerde troepenmacht. Vanaf vrijdagmiddag 6 oktober 1944 rukten drie Canadese bataljons op bij Woensdrecht, dwars door het dorpje Hoogerheide. Duitse soldaten zaten daar al klaar in schuttersputjes en tussen de korenvelden. Er brak een strijd uit die dagen zou duren. Ondertussen zaten veel dorpelingen, ook in het buurtschap Zandfort, als ratten in de val.
ALS DE VLUCHT UIT EGYPTE
Begin november 1944 kwam de geallieerde opmars tot stilstand bij het Hollands Diep en de Bergsche Maas. Vanaf dat moment was het Land van Heusden en Altena frontgebied, met alle ellende van dien. Vrijwel meteen werden de boerderijen aan de rivier ontruimd, het begin van een lange reeks evacuaties.
EEN KLEIN, BLINKEND DOOSJE
Vanaf 18 september 1944 was het onrustig in de omgeving van Best. Amerikaanse soldaten rukten op vanuit Eindhoven. Duitse soldaten verschansten zich in de hoge kerktoren van Best. Iedereen hoopte op een snelle bevrijding, maar in plaats daarvan werd het met de dag gevaarlijker: De ene dag was het dorp in handen van Amerikanen, de volgende dag weer in handen van de Duitsers. Op last van de Amerikanen werden veel mensen, met name kinderen, uit het gebied geëvacueerd.
EEN ENGELTJE OP DE SCHOUDER
In september 1944 begonnen de geallieerden aan de grootste luchtlandingsoperatie uit de geschiedenis om Europa verder van de Duitse bezetting te bevrijden; Market Garden. Vanuit België zou een grondoffensief gestart worden vanuit Engeland een luchtoffensief. De geallieerde soldaten hadden als doel om een aantal belangrijke bruggen in Nederland te veroveren, waarna ze door zouden kunnen stoten naar het IJsselmeer en daarna naar het Duitse Ruhrgebied. Op 17 september startte de operatie en landden er duizenden geallieerde parachutisten tussen Eindhoven en Arnhem en ten zuidoosten van Nijmegen. Via de Corridor rukten Britse soldaten vanuit België op richting Grave. In de buurt van Reek woonde in 1944 de vijftienjarige seminarist Wim Boeijen. Reek was een strategische plaats in het militaire plan van de geallieerden en vormde een belangrijke oeververbinding over de Maas bij Grave richting Nijmegen.
DE SCHOENEN VAN HUNTER
Ulicoten bij Baarle-Nassau lag bijna een maand in de frontlinie. Op 13 oktober 1944 vonden er een vuurgevecht en een luchtaanval plaats. De volgende ochtend waagde de twaalfjarige zoon, Neel, zich naar buiten. Daar werd hij voor het eerst geconfronteerd met wat oorlog betekent.
MAAR WE ZIJN DE MOF NU KWIJT
Eind oktober 1944 trok het Duitse leger zich terug richting Moerdijk. De stormwolken van de oorlog balden zich samen boven de Westhoek. De Rode Kruis colonne in Klundert, aan het hoofd huisarts Hendrik de Ruiter, probeerde te redden wat er te redden viel.
OVERLOON: EEN TWEEDE IEPER
Harrie van Daal, geboren in 1908, was ambtenaar bij de Gemeente Overloon–Maashees (later Vierlingsbeek). Tussen de twee wereldoorlogen in had hij het slagveld van het Belgische Ieper bezocht en was daarvan diep onder de indruk geraakt. Hier werd de Eerste Wereldoorlog op indringende wijze in herinnering gehouden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Van Daal zijn werk als ambtenaar doen. Hij wist een aantal mannen uit de Arbeitseinsatz te houden door ze, althans op papier, lid van de vrijwillige brandweer te maken.
DE VERJAARDAG VAN JOHN NASEA JR.
In september 1944 begon de bevrijding van Nederland met de start van Operatie Market Garden. In de omgeving van Son en Best landden talrijke parachutisten en vliegtuigen vol oorlogsmaterieel.
DE DANS IN DE OORLOG
William Baird werd in 1922 geboren in Canada, in een muzikaal gezin. Zijn moeder speelde piano en zijn vader viool. In de zomer werd er gewerkt op de boerderij. De winters gebruikte William om te leren dansen, met zijn ouders als muzikale begeleiders. Op zijn twintigste sloot William zich aan bij de Royal Canadian Air Force als onderhoudsmonteur van vliegtuigmotoren.
LAAT ME NU MAAR WEER MET RUST
In 1940 ging George Eardley uit Congleton in dienst. In juli 1944 kwam hij bij het Shropshire regiment terecht. De volgende maand al kreeg hij een onderscheiding, de Military Medal. Maar George was eigenlijk een onwaarschijnlijke held: niet groot of sterk. “Een echte waaghals was hij niet”, volgens zijn vader. Voor de oorlog had hij een baantje op een drukkerij. Hij was getrouwd en had drie kinderen.
EEN ODYSSEE DOOR NOORD-BRABANT
Zijn naam was Werner Klemke. Zijn vuurdoop aan het front kreeg hij in Noord Brabant. Net als iedere Duitser in het Derde Rijk moest ook Klemke in dienst. Hij kwam terecht bij de Luftwaffe in bezet Nederland, meer specifiek bij de luchtafweer in het Gooi. Klemke beschikte over een groot grafisch talent. Hij kwam in boekhandel Erasmus in Amsterdam in contact met het Nederlandse verzet en samen met een kameraad hielp hij papieren vervalsen. Met gevaar voor eigen leven, redden zij een Joodse familie. Daarna hielpen de twee Duitse militairen de familie om honderden andere Joden voor deportatie te behoeden.
ER BLIJFT NOG GENOEG OVER VOOR DE WEINIGE TIJD DAT IK ZAL LEVEN
Op 6 september 1944, de dag na Dolle Dinsdag, trokken gewapende SS’ers vanuit ’s-Hertogenbosch door de Langstraat op weg naar het front bij Antwerpen. Ze ontstaken in razernij toen ze overal vlaggen zagen wapperen. In Waalwijk sommeerde de commandant burgemeester Moonen daar onmiddellijk iets aan te doen. Maar toen begonnen de problemen pas.
HET JONGETJE NAAST HET GRAF
“Ik werd altijd vergeleken met die andere Hans”, aldus Hans van Alphen (1946) uit Uden. Zijn moeder Riek zoekt tijdens de bloedige bevrijding van Brabant met haar vier zoons (5, 8, 13 en 14 jaar) haar toevlucht in Heusden. Pa Wim, in dienst bij de politie, blijft achter in Eindhoven. Riek arriveert 26 september 1944 in Heusden, bij haar zus Dora. Eindhoven is dan al bevrijd, maar terugkeren naar huis is onmogelijk vanwege de gevechten in Brabant.
HIER VERREES MIJN PHOENIX UIT ZIJN AS
De Tweede Wereldoorlog barstte van bruut geweld en bloedvergieten. Heel af en toe was er een sprankje hoop op vrede en geluk. Liefde hield mensen op de been. Ook de liefde tussen Elaine Smith en haar parachutist Carman Ladner was veelbelovend. Ze ontmoetten elkaar eind jaren ’30 in Augusta (Maine, VS). Elkaars gedroomde liefde. Samen mijmerend over de toekomst, hun eigen bloemenwinkel. Elke dag een bloem voor haar…
EEN FATALE BESPREKING
September 1944: geallieerde troepen trekken Zuid-Nederland binnen. In Limburg en Noord-Brabant worden de eerste gemeenten bevrijd. De bezetter geeft zich echter niet zonder slag of stoot over. Tussen Boxmeer en Weert formeren de Duitsers een solide verdedigingslinie. Met aan de ene kant de Maas en aan de andere kant de moerassen van de Peel, is dit gebied niet eenvoudig door de Britten en Amerikanen in te nemen.
VERLOREN VADERLAND
Behalve Canadezen, Britten en Amerikanen hoorden ook Poolse soldaten tot de bevrijders van ons land. In oktober 1944 trokken zo’n 16.000 Polen vanuit België Brabant binnen. Op weg van Baarle-Nassau naar Moerdijk heroverden zij onder meer Breda. Waar kwamen die Polen vandaan? En waar zijn zij gebleven?
VERLOSKUNDE ACHTER TRALIES
Alle leven begint klein. Met een cel die zich deelt. Uit die splitsing ontstaan nieuwe cellen, die zich telkens weer delen. Zo groeit leven, wist de Joodse Annie Troostwijk-Samuel [27]. Nog maar zes weken, beloofde de kalender, dan was de zwangere vrouw uitgeteld. Maar razzia’s teisterden haar woonplaats Arnhem. In oktober 1943 vluchtte Annie met haar man Abraham [24] naar Amsterdam. Hun eenjarige dochter Greetje lieten ze achter op een onderduikadres.
GEORGE EN URSULA
Naarmate de oorlog vorderde nam de Jodenvervolging in Europa steeds ernstiger vormen aan. Op diverse plaatsen in Europa werden concentratiekampen gebouwd. Zo ook in Noord-Brabant. In Vught werd een SS-concentratiekamp gebouwd waar onder anderen zo’n 12000 Joden werden opgesloten: mannen, vrouwen en kinderen.
HET WEERZIEN
In april 1934 vluchtte de negenjarige Lore Samson met haar ouders en haar twaalfjarige broer Alfred vanuit het Duitse Rijnland naar Tilburg vanwege de toenemende anti-Joodse maatregelen in Duitsland. Vader Joseph was in de Eerste Wereldoorlog gewond geraakt en zijn moed was beloond met een IJzeren Kruis. In Tilburg verdiende hij de kost als vertegenwoordiger in leer en schoenen. Het gezin betrok een mooi huis aan Bosscheweg 418 (nu Spoorlaan 72).
TOEN ZAG IK DE OORLOG IN ZIJN OGEN
Simon van Adelberg was heimelijk verliefd op zijn tante Maaltje, hij hield vooral van haar rode haar. Tante Maaltje van Adelberg-Hartog en haar zus Betje Hartog waren beiden kinderloos. Simon en zijn broertje Louis werden eindeloos verwend, de tantes hadden een kast vol speelgoed. In Tilburg bestierden ze een winkeltje in sigaren en sigaretten.
DANSEN VOOR JE LEVEN
Roosje Glaser, dochter van een welgestelde familie, groeide op in Kleef. Haar vader was bedrijfsleider in een fabriek. Het groeiende antisemitisme zorgde eind jaren ’20 voor een klap. Vader Glaser verloor zijn baan en zag uiteindelijk geen toekomst meer in Duitsland. Het gezin verhuisde naar Nederland.
DOOD IN HABIJT
Als kind heette Veronica (1911) gewoon Wies. Ze groeide op in Bergen op Zoom, in een devoot katholiek gezin. Dat pa en ma Löb vroeger Joods waren, bleef verder onbesproken. Nu telde enkel de aanbidding van Jezus Christus en de verering van de Heilige Maagd Maria. Waar kon dat beter dan in het klooster? Precies daar lag dus de toekomst van de kinderen.
HET MEISJE MET DE HOOFDDOEK VINDT HAAR NAAM
Eindhoven, op dinsdag 16 mei 1944 vindt er een razzia plaats waarbij een jong meisje wordt opgepakt. Samen met haar familie zal ze drie dagen later van Kamp Westerbork naar Auschwitz-Birkenau worden gedeporteerd, alwaar zij ook zal sterven.
ONGEMAKKELIJK GEZELSCHAP
Joodse kinderen liepen tijdens de bezettingstijd evenveel gevaar als hun ouders. Maar op een goed onderduikadres en onder een andere naam kon je soms een heel eind komen. Joost en Freddie Oppenheim probeerden het. Hun ouders vluchtten al in 1933 uit Duitsland en gingen in Eindhoven wonen. Totdat in 1942 ook daar serieus jacht op hen werd gemaakt. Ze moesten weg, allemaal. Maar waarheen? Waar vind je voor iedereen veilig onderdak?
EEN VERRADERLIJKE MOORD
Al tijdens de oorlog maakte het Deurnese verzet korte metten. Er was iets geweest met ‘Don José’ Peerbooms en een joodse jongen. Na de oorlog kwam de gruwelijke waarheid aan het licht. De joodse vluchteling Erwin Michael Joseph was vermoord door twee mensensmokkelaars die hem zouden helpen.
IK HEB JE VADER ONDER DE VLOER VERSTOPT
Tijdens de oorlog spoorde de Sicherheitsdienst (SD) staatsvijanden op. Tot deze groep behoorden onder andere Joden, communisten en verzetsmensen. De SD was opgericht door de Duitse nazipartij, de NSDAP, als onderdeel van de SS. Sommigen probeerden aan deze opsporingen te ontkomen door naar neutraal gebied te vluchten of onder te duiken. Anderen ondernamen geen voorzorgsmaatregelen en leefden met het grote gevaar om gepakt te worden.
STUDENT OP DE GRENS VAN LEVEN EN DOOD
Zijn vader was directeur van gloeilampenfabriek Voba in Tilburg. Toch kon dat de donkerte in het leven van Theo Vogels niet voorkomen. In de wieg kreeg hij difterie; op zijn zesde liep hij bij een auto-ongeluk een zware hersenschudding op. Elf jaar later ontsnapte Theo aan de dood. Bij het schieten op waterratten – tijdverdrijf met vrienden – doorboorde een kogel zijn hartzakje, wat een operatie noodzakelijk maakte. Theo’s gezondheid bleef daardoor heel fragiel.
EEN FATALE WENK IN PRINCENHAGE
Beroepsmilitair Petrus Johannes (‘Piet’) van Gils zet in 1942, als verspreider van het verzetsblad Vrij Nederland, zijn eerste stappen op het pad van het verzet. Begin 1943 gaat hij naar de rijen van Trouw over en wordt als verspreider in West-Brabant werkzaam. In februari 1944 wordt Jan van der Laan, een Groningse winkelbediende die een van de leidende Trouw-verspreiders is, gearresteerd. Van Gils heeft regelmatig contact met hem gehad en weet dus dat hij op zijn tellen moet passen. Vlak voor zijn arrestatie heeft Van der Laan hem op het hart gedrukt een verdacht adres in Princenhage, onder de rook van Breda, te mijden.
GE ZOUDT ER DE DOOD MEE OP DEN HALS HALEN
In de zomer van 1944 woonden de ongetrouwde broers Janus (60), Jan (58) en Driek Hoeks (54) met zijn drieën op de boerderij de Hertheuvelsehoef, op de grens van Eersel en Bergeijk. De boerderij was in eigendom van de abdij van Postel. Janus regelde het werk op de akkers en was de man van de handel. Jan deed het huishouden en Driek, de jongste, was de voerman. Na mei 1940 was het op hun afgelegen boerderij betrekkelijk goed leven: aan eten geen gebrek.
KAMPINA AIRBORNE: DE VERBORGEN BEVRIJDERS
De soldaten klemmen hun tanden op elkaar of knijpen hun ogen dicht, maar geven geen kik als ze uit het vliegtuig springen. Het is 17 september 1944 en onder leiding van de geallieerde veldmaarschalk Montgomery maken ze zich klaar voor een gewaagde en geheime poging de Duitsers in één klap uit Nederland te verdrijven. Om de troepen achter de Duitse linies, midden in bezet gebied te krijgen, verzint Montgomery een levensgevaarlijke list: operatie Market Garden. Hij dropt zijn soldaten uit vliegtuigen net ten zuiden van de grote rivieren. Zij moeten de bruggen vrijmaken voor het grondleger dat de aanval inzet vanuit België.
EEN VEILIGE PLEK
De zomer van 1942. De razzia’s in Amsterdam waren in volle gang. Een studente uit Utrecht zag dat tijdens een razzia vier Joodse peuters werden achtergelaten op straat. Ze aarzelde niet, nam de kinderen mee naar Utrecht en vond samen met een mede-student een gezin waar de peuters konden onderduiken. Hier bleef het niet bij: uit de reddingsactie groeide een studentenverzetsgroep: het Utrechts Kindercomité.
GERED DOOR EEN DAPPERE BUSREIS
‘’Ik kan het me allemaal nog zo goed herinneren’’, vertelt Jeanne Hoevenaars-Voets. ‘’Ik was maar drie jaar oud, maar kan me nog zoveel beelden voor de geest halen.’’ Jeanne werd geboren in 1941. Haar ouders woonden aan de Hoofdstraat, destijds heette dit de Dorpsstraat, in Heeswijk en hadden een Jaminwinkel. Drie jaar lang hield het echtpaar een Joods stel verborgen. ‘’Er is nog steeds goed contact’’, vertelt Jeanne.
MANNEN MET EEN WARM KLOPPEND HART VOOR NEDERLAND
De Biesbosch – het getijdengebied van land en water – werd in de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter gemeden. Onderduikers waanden zich de eerste oorlogsjaren veilig in deze wildernis en werkten soms bij boeren op het land. Pas op 10 november 1944 richtte de Duitse bezetter mitrailleurs posten in en voer ze met patrouilleboten door het gebied. Met geweervuur werd het reeds bevrijde Drimmelen bestookt.
DE REDDER VAN DE LANGSTRAAT
Wat was hij blij en opgelucht. Op maandag 30 oktober 1944 werd Sprang-Capelle bevrijd, de geboorte- en woonplaats van de eenentwintigjarige Jan Hendrik de Rooij. Drie dagen eerder had Jan de geallieerden al zien arriveren in het vijftien kilometer zuidelijker gelegen Tilburg. In die stad zat hij ondergedoken nadat hij had geweigerd om in het kader van de gedwongen arbeidsinzet nog langer in Duitsland in een schoenenfabriek te werken. Met de komst van de bevrijders was het juk waaronder hij en de zijnen zo lang hebben geleefd, eindelijk afgeworpen.
HET ROODWITBLAUWE DOODSLAKEN
Ze kwam uit een weversgezin, was vertrouwd met naald en draad. Maar een sprei voor een echtelijk bed heeft Coba Pulskens nooit hoeven te haken. “De jongens vinden mij niet mooi genoeg”, zou ze haar ongehuwde staat verklaren. Toch was Coba getrouwd: met Tilburg, haar stad. Slechts eenmaal zou ze een verre reis maken – ruim zevenhonderdtwintig kilometer.
DE GEALLIEERDEN KOMEN ER AAN … OF TOCH NIET?
Radio Oranje, 5 september 1944. Met het bericht dat “het uur der bevrijding heeft geslagen” zette minister-president Gerbrandy de raderen van de Ordedienst (OD) in Nederland in werking. Dit onderdeel van het Nederlandse verzet was opgezet om de bevrijders te helpen. Nu de geallieerde troepen kennelijk zo snel naderden, maakte de Ordedienst zich gereed.
VLUCHTEN DOOR VOOR- OF ACHTERDEUR
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de kerken in Nederland goed bezocht. In Nederland veroordeelden veel kerken en abdijen het nationaalsocialisme en riepen soms op tot verzet. Ook protesteerden de Nederlandse kerken openbaar tegen onder andere de Jodenvervolging. Door het hele land werden predikanten, dominees en priesters opgepakt. Zo ook pater Kerssemakers.
DE HELLEGANG VAN DE ZEVEN BURGEMEESTERS
Een windstille ochtend, dunne flarden ochtendnevel laag boven de hei. Het zou een stralende dag worden. Toch fietste burgemeester Fried Manders op 6 juli 1944 bezwaard over de Leenderhei. De Duitsers, wist hij, waren het ‘Brabantse burgemeestersverzet’ beu. Om 9 uur moest hij zich melden bij Beauftragte Heinrich Sellmer.
DE DUITSE BADJUFFROUW EN HET BOEKENWINKELTJE
1933. Het jaar waarin Hitler werd benoemd tot Rijkskanselier van Duitsland en de nationaalsocialisten aan de macht kwamen. In dat zelfde jaar trouwde de Duitse Paula Pottgiesser uit het Westfaalse Borken met Arnold van den Hoogenhoff uit Veghel. Arnold was eigenaar van het onopvallende boekenwinkeltje ‘Arnolds boeken’ in de Molenstraat in Veghel. De kordate Paula vond al snel een baan als badjuffrouw in het Veghelse gemeente zwembad, waar zij bekend stond als ‘de Badkaat’.
DE BRIEF VAN KEES KAPPERS
Die dag, 5 september 1944, zou de geschiedenis ingaan als Dolle Dinsdag. De geallieerde opmars verliep voorspoedig. Opeens leken de Duitsers halsoverkop naar huis te vluchten. Dat maakte zelfs de voorzichtigste mensen overmoedig.
MILLE PERICULIS SUPERSUM – DUIZEND GEVAREN KOM IK TE BOVEN
Ten tijde van het uitbreken van de oorlog was Mientje Proost uit Bergen op Zoom een meisje van 19. Ze groeide op in een hecht middenstandsgezin. Haar droom was om verpleegster te worden.
WAT JE NIET OP EEN RÖNTGENFOTO ZIET
Duitsers waren ze, volgens de paperassen. In de jaren dertig woonden ze op de Wolvenhoek tegenover het belastingkantoor in Den Bosch. Het was een overzichtelijke tijd, waarin je bij een aanslag nog hoofdzakelijk aan een blauwe envelop of kachelroet dacht. De oorlog leek ver weg.
MAYDAY MAYDAY ON A DAY IN MAY
Oorlogen zijn dol zijn op rangtelwoorden. Maar dat ontdek je pas bij de tweede of derde. In november 1918 waren Adrianus Brogtrop en Aurelia Nuyens vooral opgelucht: de Grote Oorlog was voorbij. Of ze in hun sigarenmagazijn-en-rooksalon ‘Aroma’ aan de Markt in Breda feestelijk een bolknak opstaken, is onbekend.
EEN NOODLOTTIG TOEVAL
Op vrijdag 10 mei 1940, enkele uren na de Duitse inval, bliezen Nederlandse troepen bij Grave de Maasbrug op, om de Duitsers tegen te houden. Die middag sloegen veel burgers op de vlucht naar Nuland, Heesch en Geffen. Tegelijk trokken de meeste Nederlandse troepen in Noord-Brabant zich terug op de vesting Holland. Grave viel dan ook zonder noemenswaardige strijd.
WAT GEEN KIND VERWACHT MET SINTERKLAAS
Philips werd opgericht in het centrum van Eindhoven en groeide begin jaren 30 uit tot een van de grootste bedrijven van Nederland. De Tweede Wereldoorlog brak uit in Nederland en Philips kreeg de opdracht om radioapparatuur te produceren voor de Duitsers. Dit zorgde ervoor dat het bedrijf een doelwit werd voor de geallieerden. Eindhovense kinderen zetten op zaterdag 5 december 1942 voor het slapen gaan hun schoen. De ochtend daarna stegen er in Engeland zo’n 100 bommenwerpers op met maar een doel: Philips uitschakelen.
GEGIJZELD IN BOSSEN VOL MUNITIE
Voor Ed Post (81) ligt een luchtfoto van Kaatsheuvel op tafel. Met zijn vinger wijst hij aan waar hij is opgegroeid. Hij legt uit dat hij als kind wel eens speelde in de bossen bij Kaatsheuvel. In de Tweede Wereldoorlog was een gedeelte echter een opslagplaats voor munitie, van kogels tot bommen. 5 september 1944 was een dag waarop de geallieerden Brabant leken te gaan bevrijden. Later werd deze dag Dolle Dinsdag genoemd omdat toen veel NSB-ers en collaborateurs het hazenpad kozen. Het bosgebied waarbij Post opgroeide, lag nog vol met munitie. De Duitsers sloegen op de vlucht en konden niet alles laten meenemen. Laten liggen was geen optie, dan lieten ze het achter voor de geallieerden. ”Ze hebben alles de lucht in laten vliegen. Het was een gigantische ontploffing. Met het gevolg dat door de luchtdruk in een omtrek van meer dan 2 km alle ruiten waren gesprongen.’’
DE DROLLEN VAN DE HOND
Niet overal was er sprake van grof oorlogsgeweld. Vaak konden de kinderen onbezorgd spelen. Voor hen was de oorlog een groot avontuur, iedere dag was er wel iets te beleven.
JE RADIO OF JE LEVEN
Hoe kom ik aan betrouwbaar nieuws? Die vraag werd voor veel Nederlanders in de loop van de oorlogsjaren steeds dringender. Want langzaam maar zeker waren steeds minder Nederlandse nieuwsbronnen onafhankelijk. Dan maar naar de BBC luisteren, want op die zender klonk iedere dag: ‘Hier Radio Oranje, de stem van strijdend Nederland.’ Tot irritatie van de bezetter. Op 13 mei 1943 kwam dan ook het besluit: alle Nederlanders moesten hun radio inleveren. Wie dat niet deed riskeerde een gevangenisstraf of erger. Veel mensen besloten dan ook hun radio te verstoppen.
IK DEED ZELF DE DEUR OPEN
Op 4 mei 1942 werden 460 vooraanstaande Nederlanders opgepakt. Politici, hoogleraren, geestelijken, musici, advocaten en schrijvers werden gegijzeld zodat de Duitse bezetter het Nederlandse verzet in hun greep kon houden. Een van de jongste gegijzelden van het kamp is Piet Sanders uit Schiedam. ‘’Het was een complete verrassing, ik deed zelf de deur open.’’ De advocaat wordt nietsvermoedend opgepakt en afgevoerd naar het kleinseminarie Beekvliet nabij Sint-Michelsgestel.
OP DE TREIN NAAR EEN BETER LEVEN
Nederlanders die vochten in het Duitse leger: naar schatting waren dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in totaal 22.000. Deze Nederlandse mannen meldden zich vrijwillig voor de Duitse Waffen-SS. De Waffen-SS vocht onder meer aan het Oostfront: ongeveer 6.000 Nederlanders overleefden dat niet.
LIEFDES IN TIJDEN VAN OORLOG
“O, schat je kunt wel begrijpen dat het een zware tijd is geweest, nooit heb ik iets gehoord. Zoo werd ik iedere dag gepijnigd, tot ik je heerlijke brief ontving. O, lieveling ik ben nu zoo gelukkig. Honderdduizend zoenen van je altijd liefhebbende Aria”. De eerste brief van haar geliefde Karel van de Werken uit Sprang-Capelle, nadat ze meer dan zes maanden van elkaar waren gescheiden, was voor Aria Colijn (1919-1990) uit Almkerk een godsgeschenk.
COOLEN VS. VAN DOORNE: EEN LANDELIJKE DORPSREL
Nadat Hitler-Duitsland in mei 1940 ons land had overrompeld, stond elke Nederlander voor de keuze: verzet tegen de Nieuwe Orde, je daarbij neerleggen, of samenwerken. Een keuze tussen een later ‚goed‘ of ‚fout‘ met duizend tinten grijs daartussen. Zij die met de Duitsers heulden, moesten zich na de oorlog verantwoorden. In Deurne leidde dat tot een pikante dorpsrel, die landelijk de aandacht trok.
DE DUBBELE BUITENSPELVAL
Het moet op 2 mei 1940 muisstil zijn geweest in de kleedkamer van PAZO. Waarschijnlijk keken ook de voetbalvrienden Koos en Alfred naar de grond. Zeldzaam, zo’n nederlaag: met 0-8 van het Tilburgse SET – oftewel Strijd En Triomfeert – verliezen. Nog wel op hun eigen Oisterwijkse terrein! Snelle revanche liet op zich wachten. Acht dagen na het kleedkamertafereel brak de oorlog uit. Niet binnen maar buiten de lijnen van de Nederlandse voetbalvelden.
ERGER DAN DE MOF
Tijdens de bezetting dienden honderden Nederlandse politiemensen actief de Duitse zaak. Ze waren lid van de NSB, Rechtsfront of de Germaanse SS. De ijver en bruutheid waarmee deze Jodenjagers te werk gingen, was ongekend. Dat gold ook voor Piet Gerrits, Tilburgs politieman en agent van de Sicherheitsdienst. Verzetsmensen waren op hem gebrand. Maar hij ook op hen.
HET PLEIN VERTELT
Er zijn harten van stoepkrijt op me getekend. Maar ik ben ook bespuugd. Veel heb ik over me heen gekregen: hagelstenen, bier, confetti. Zelfs kogelhulzen, al heeft de oorlog me niet kunnen verjagen. Want Gemert ligt me – en ik lig in Gemert. Ik ben het Ridderplein. Zo heet ik pas sinds 1953. Honderdduizenden voorbijgangers heb ik beleefd. Al hun voetstappen zijn weggestorven. Behalve die van 11 mei 1940.
WIJ DACHTEN: DIE IS VANAVOND THUIS
Toen Duitsland op 10 mei 1940 Nederland binnenviel, hadden 276 marechaussees in Brabant een belangrijke taak. De opdracht was om zo snel mogelijk naar de Moerdijk te komen, zodat ze via Den Haag naar Engeland konden vertrekken. Maar de Moerdijkbruggen waren op 10 mei al ingenomen. Via West-Brabant probeerden daarom honderden marechaussees richting de kust te komen, om vandaaruit Engeland te bereiken. Bij die grote beweging raakten onverhoeds ook veel burgers betrokken. De vader van Riet Overbeeke, bijvoorbeeld.
BIJ VEGHEL GAAT HET MIS
De Peel-Raamstelling loopt van Grave tot Weert; een defensieve lijn van rivieren, kanalen en kazematten die Noord-Brabant van Limburg scheidt. Het gebied rondom Odiliapeel wordt verdedigd door jongens uit Hegelsom, Horst, Deurne en America. Vanaf augustus 1939 zijn ze onder de wapenen. Toon Geurts en zijn schoolvriend Hendrik Beelen zijn onder hen.
DE SLIJTERIJ EN DE STEP
Het Oost-Brabantse Mill was voor het Duitse leger strategisch gelegen. Rond 10 mei 1940 waren het dorp en de naaste omgeving dan ook het decor van hevige gevechten. Duitse soldaten kregen de opdracht bij Mill de Peel-Raamstelling te doorbreken. Daarvoor gebruikten ze onder meer een gepantserde trein en een troepentrein. Vlakbij Mill ontspoorde de pantsertrein vanwege een door het Nederlandse leger aangebrachte versperring. De gevechten die volgden duurden twee dagen en gingen de geschiedenis in als de Slag bij Mill. Die heeft grote gevolgen voor het gezin van Willy Sweens.
FRIEDRICH LAMM OF DIEDRICH LEMM: WHAT’S IN A NAME?
In het Brabantse dorp Moerdijk waren in mei 1940 zo’n 500 Nederlandse soldaten gelegerd. Er was een bruggenhoofd ingericht ter verdediging van de Moerdijkbrug. Op 10 mei werd de Duitse aanval door het 1e Regiment Fallschirmjäger ingezet. Binnen anderhalf uur was de tegenstand gebroken als gevolg van slecht materieel en inadequate bevelvoering aan Nederlandse kant.
DE VLUCHT
Op 10 mei 1940 ging het luchtalarm af. Duitsland viel Nederland binnen. Terwijl de Duitsers hun grenzen verlegden naar het zuiden, rukten de Fransen op richting het noorden. Het was wachten op de confrontatie tussen deze twee Europese grootmachten, waarbij Breda in de vuurlinie dreigde te belanden.
ÉÉN DAG VERLOF
In augustus 1939 was het de Nederlandse regering duidelijk: oorlog met Duitsland was een reëel gevaar. Op 28 augustus kondigde zij de Algemene Mobilisatie af: 280.000 dienstplichtige mannen werden opgeroepen voor het leger. Die mobilisatie duurde uiteindelijk negen maanden. Al die mannen waren vanaf die tijd van huis. Ze konden slechts sporadisch met verlof. Ook Jan Segers uit Alphen.
JONGEHEER
Op 28 augustus 1939 werd het Nederlandse leger gemobiliseerd om zich voor te bereiden op oorlog. Nederland maakte zich klaar voor de gewapende neutraliteit. 280.000 soldaten werden bijeengebracht op verzamelplaatsen door het hele land. De mobilisatie blonk uit in improvisatie en prettige chaos. Improviserend in een vreemde omgeving met een onduidelijk perspectief maakten gewone jongens er het beste van.