EEN VERRADERLIJKE MOORD

Locatie
Deurne
Schrijver
Piet Snijders

Erwin Michael Joseph – roepnaam Michael – was joods. Enig kind (1925) van Kurt Joseph en Elli Glogau uit Berlijn. In de vroege jaren ’30 pleegde zijn vader zelfmoord. Een paar jaar later begon in Duitsland de Jodenvervolging. Elli en Michael zochten een goed heenkomen in Amsterdam. Alsof het noodlot te ontlopen viel.

Op de vlucht

In 1937 hertrouwt Elli met Heinz Graumann. Hij is een vroegere Berlijnse vriend, eveneens uitgeweken. Even gloort de toekomst. Maar dan komt er oorlog en gaan de Nazi’s ook in Nederland op jodenjacht. De Graumann’s slaan opnieuw op de vlucht. Joseph is dan 16. Het gezin ontmoet de mensensmokkelaars Henk Brandhorst en Arie van Hemert. Die beloven de Graumanns naar Zwitserland te loodsen. Kosten: 10.000 gulden. Voor het eerste traject moeten ze 6.000 gulden aanbetalen.

De Graumann’s krijgen gezelschap van Albert en Irene Heppner en hun 9-jarige zoon Max, ook een op drift geraakt Duits-joods gezin. Na een heimelijke reis naar Brabant, wordt het 6-koppige gezelschap tijdelijk ondergebracht in een badhuisje in Brandsma’s bos te Vlierden. Hier duikt José Peerbooms op; ‘Don José’ in het Peellandse verzet. Hij en Brandhorst zeggen een tankwagen te hebben geregeld, die de vluchtelingen de Nederlands-Belgische grens over zal brengen. Na een week is dat vervoer er nog niet.

We moeten van ze af

Bang voor ontdekking besluiten ‘de jodenhelpers’ zich op een andere manier van hun vluchtelingen te ontdoen. Brandhorst koopt een ijzeren hamer en samen met Peerbooms graaft hij verderop in ’t bos een diepe kuil. De twee houden hun vluchtelingen voor dat ze een voor een naar een onderduikadres kunnen. Op woensdagavond 16 september 1942 halen ze Michael Joseph als eerste op.

Nabij de Bikkels vragen ze Michael bij een greppel te gaan zitten. Aangespoord door Peerbooms slaat Brandhorst de jongen met één klap van zijn hamer van de wereld. Misschien heeft Michael niet eens gevoeld wat hem overkwam. Als ‘zijn redders’ zeker weten dat hij dood is, begraven ze de jongen in de kuil. Michaels bruine koffertje blijft in de struiken achter.

Kort daarna vernemen Brandhorst en Peerbooms dat boer Harrie Janssen aan de Voorpeel in Zeilberg nog onderduikers kan gebruiken. Op Janssen’s boerderij betrekken de overgebleven vluchtelingen een kippenhok. Van Arie van Hemert krijgen ze te horen dat Michael is vermoord.

Totaal ontredderd blijven ze tot het einde van de oorlog bij Harrie Janssen wonen. Maar de tragedie schreeuwt om een vervolg. Nog tijdens de oorlog wordt José Peerbooms door het Peellandse verzet geliquideerd. Henk Brandhorst krijgt bij zijn berechting in 1946 zes jaar cel.

 

En de rest?

  • Erwin Michael Joseph kreeg in 1945 een permanent graf op de protestantse begraafplaats in Deurne. ‘Vermoord door mensen die hem veiligheid beloofden’ staat erop.
  • Elli Graumann benam zich kort na de oorlog het leven.
  • Heinz Graumann hertrouwde en vertrok naar Amerika.
  • Albert Heppner stierf aan het einde van de oorlog aan een hartaanval.
  • Irene Heppner en zoon Max emigreerden ook naar Amerika.
  • Harrie Janssen en zijn familie gingen naar Brazilië.
  • Het graf van Michael Joseph dreigde in 1994 te worden geruimd; de Deurnese ED-journalist Ed van de Kerkhof schreef er een indringende reportage over.
  • Opnieuw wekte Michael’s zinloze dood de afschuw van velen; het graf bleef en er verschenen boeken.
  • Jaren later dook ook Michaels koffertje weer op, al die tijd bewaard door buurtbewoners.
  • Nauwelijks 500 meter van de plek waar de jongen werd vermoord, belandde het kleinood in het privé-oorlogsmuseumpje van Wils Verberne (1997), op dat moment even oud als Michael Joseph toen!
  • Ooggetuige Max Heppner (filmpje onder) is momenteel woonachtig in Miami.

FOTO
Deze advertentie plaatsten de Amsterdamse onderduikers op 29 november 1944 in het Helmondsch Dagblad.
(Afbeelding: Helmondsch Dagblad, 1944)

SAMENWERKENDE PARTNERS