VLUCHTEN DOOR VOOR- OF ACHTERDEUR

Schrijver
Birgit Barten
Locatie
Paulusabdij, Oosterhout
Thema
Verzet

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de kerken in Nederland goed bezocht. In Nederland veroordeelden veel kerken en abdijen het nationaalsocialisme en riepen soms op tot verzet. Ook protesteerden de Nederlandse kerken openbaar tegen onder andere de Jodenvervolging. Door het hele land werden predikanten, dominees en priesters opgepakt. Zo ook pater Kerssemakers.

Pater Jacobus Kerssemakers verzorgde de zieken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn eerste daad van verzet was het genezen van een Franse soldaat die naar de Paulus Abdij in Oosterhout gesmokkeld werd. De soldaat was krijgsgevangene van de Duitsers, maar door de hulp van Kerssemakers kon hij terugkeren naar Frankrijk en bleef zo uit handen van de vijand. Zo sloot Kerssemakers zich al in 1940 aan bij het ondergrondse verzet. De abt van zijn klooster mocht hier niets van weten, want een monnik is gebonden door gehoorzaamheid aan hem. En dit verzet zou de abt nooit hebben goedgevonden.

 

Kaarten

De geallieerden hebben kaarten van vliegveld Gilze-Rijen nodig. Jan Huijbregts, vriend van de pater en medeplichtig verzetslid, weet met de pater die informatie te vergaren. Twee medewerkers van de vliegbasis tekenen kaarten van de landingsbanen en het luchtafweergeschut en geven alles af aan pater Kerssemakers. Zonder ook maar iets door te laten schemeren aan zijn medebroeders smokkelt de pater de papieren naar een contact in Oosterhout, van waaruit het materiaal zijn weg naar de verzetsgroep in Breda vindt. Omdat de pater overal zieken bezoekt, kan hij zich gemakkelijk vrij bewegen. Zo ontstaat er een verzetsnetwerk rondom de pater en zijn vriend Jan.

Lange tijd gaat het verzetswerk goed, tot zaterdag 10 oktober 1942. Jan is met het joodse echtpaar Gokkes onderweg naar de Abdij in Oosterhout als hij in de verte twee hand­langers van de Sicherheitsdienst zijn kant op ziet komen. Jan roept nog naar het echtpaar dat ze moeten vluchten. Zelf rent hij door een gangetje veilig naar zijn huis maar het Joodse echtpaar wordt gepakt.

Diezelfde dag zit pater Kerssemakers aan het middagmaal in de Abdij. In de eetzaal gebruiken honderd broeders hun maaltijd in stilte, zoals gebruikelijk. Plots gaat de bel. Broeder portier staat op van de maaltijd en opent de deur. Voor de deur staan twee mannen van de Sicherheitsdienst. Ze vragen naar pater Kerssemakers. De portier loopt terug naar de eetzaal. Hij gaat naar de tafel van de abt en meldt Dom Mähler: ‘Ze zijn hier van de Sicherheitsdienst en komen pater Kerssemakers halen.’ De abt doorbreekt de stilte in de eetzaal en roept pater Kerssemakers bij zich: ‘Ik geef u de keus om de abdij aan de voor- of aan de achterkant te verlaten.’

 

Voor- of achterdeur

De pater besluit zich te melden in de spreekkamer bij de heren van de Sicherheitsdienst: hij kiest de voordeur. In de eetzaal klinkt de heftige Duitse woordenwisseling vanuit de spreekkamer door. En niet veel later is de pater gearresteerd. Kort daarop vinden vele arrestaties plaats. Slechts een persoon van de hele verzetsgroep weet op tijd onder te duiken. Zonder zijn medebroeders nog een keer te spreken, wacht pater Kerssemakers zijn vonnis af in de strafgevangenis in Haaren.

Op 31 maart en 1 april 1943 werd uitspraak gedaan tegen de groep. Allen stond de doodstraf te wachten. Voor vier leden werd deze straf omgezet in een strafkamp in Duitsland, maar niet voor pater Kerssemakers. Op 7 mei 1943 werd hij gefusilleerd in fort De Bilt, bij Utrecht. Zijn afscheidsbriefje meldde: “Zoo aanstonds geef ik mijn leven voor God en Vaderland“. Jaren later werd de urn van de pater bij toeval gevonden in Duitsland. Sinds 1958 ligt deze begraven op het kerkhof van de Oosterhoutse Abdij.

 

Historisch kader Kerkelijk verzet

De katholieke clerus, pastoors en bisschoppen, genoten in Brabant doorgaans veel gezag. Sommige geestelijken steunden de bezetting, anderen hielden zich  op de vlakte, en weer anderen  steunden het verzet. Bijvoorbeeld tegen anti-Joodse maatregelen. In juli 1942 schreven katholieke bisschoppen, samen met andere kerken in Nederland, een protestbrief. Het wegvoeren van Joodse Nederlanders  was in strijd met de idee van ‘gerechtigheid en barmhartigheid.’ Veel Nederlandse pastoors lazen het protest in hun kerk voor. Als vergelding werden in heel Nederland 245 katholieke Joden gearresteerd. De meeste stierven in Auschwitz.

Lees hier meer over kerkelijk verzet: https://www.verzetsmuseum.org/museum/nl/tweede-wereldoorlog/koninkrijkdernederlanden/nederland/nederland-maart_1941-april_1943/kerken

FOTO
De Sint Paulus Abdij in Oosterhout(Afbeelding: Marjon, 2010, Wikimedia Commons)

SAMENWERKENDE PARTNERS

ESCAPE THROUGH THE FRONT OR THE BACK

Author
Birgit Barten
Location
St. Paul’s Abbey, Oosterhout
Theme
Resistance

Churches in the Netherlands had healthy attendances during the war. Many churches, abbeys and monasteries condemned national socialism, and some even called for resistance. Dutch churches also openly protested, particularly against the persecution of the Jews. Ministers, vicars and priests were arrested throughout the country. One of those was priest Kerssemakers.

Priest Jacobus Kerssemakers looked after the sick during the Second World War. His first act of resistance was to heal a French soldier who had been smuggled into St. Paul’s Abbey in Oosterhout. The solider was a prisoner of war held by the Germans, but with the help of Kerssemakers, he was able to return to France and stay out of enemy hands. In 1940, Kerssemakers decided to join the underground resistance. The abbot was not to be told of Kerssemakers’ actions since a monk is obliged to be obedient to the abbot, and he would not have approved of the resistance.

Maps

The Allies were in need of maps of the Glize-Rijen airfield. Jan Huijbregts, a friend of the priest and fellow member of the resistance, joined the priest in helping to gather the information. Two employees at the air base compiled maps of the runways and anti-aircraft artillery and handed them over to Kerssemakers. Without letting on to his fellow monks, Kerssemakers smuggled the papers to a contact in Oosterhout from where the material was passed on to the resistance group in Breda.

Since the priest visited sick people in different locations, he was able to move around freely and a resistance network began to build around him and his friend Jan.

The resistance network worked well for a while, until Saturday 10 October 1942. On that day, Jan was on his way to the abbey in Oosterhout with a Jewish couple by the name of Gokkes when he spotted two accomplices of the Sicherheitsdienst (Security Service) in the distance. Jan called to the couple to flee. Jan himself ran through an alleyway and made it home safely, but the Jewish couple were arrested.

 

That same day, Kerssemakers was eating his lunchtime meal in the abbey with his brothers, all of them in silence, as was the custom. Suddenly, the bell rang. The gatekeeper left his food to open the door and found two men from the Security Service standing outside. They asked for Kerssemakers. The gatekeeper returned to the dining hall and went directly to the abbot’s table announcing to the abbot, Dom Mähler, ‘They’ve come from the Security Service to take Kerssemakers.’ The abbot then broke the silence in the hall to call Kerssemakers over, ‘I’ll give you a choice, you can leave the abbey by the front or the back.’

 

The front or the back

The priest opted to report to the men from the Security Service and to meet them in the consulting room. He chose the front. The intense exchange of German echoed around the dining hall from the consulting room and shortly afterwards, the priest was arrested.  Many other arrests then followed. Only one member of the resistance group managed to go into hiding in time. Without having the opportunity to speak to his brothers again, Kerssemakers awaited his judgment in prison in Haaren.

 

Sentences were handed down to the group on 31 March and 1 April 1943, all of them faced the death penalty. For four of the group, the sentence was reduced to a period in a penal camp in Germany, but not for Kerssemakers. He was executed at fort De Bilt near Utrecht on 7 May 1943. His farewell letter read, ‘I give my life directly for God and the fatherland.’ Years later, his Urn was accidentally discovered in Germany and since 1958, it has been buried in the cemetery at the abbey in Oosterhout.

PHOTO

St. Paul’s Abbey in Oosterhout (Image: Marjon, 2010, Wikimedia Commons)

PARTNERS