DANSEN VOOR JE LEVEN
Locatie
Den Bosch/Kamp Vught
Schrijver
Doret Eeken
Al van jongs af aan was dansen Roosje Glasers grote passie en talent. Met haar eerste echtgenoot runde zij een succesvolle dansschool in Den Bosch. Hij kreeg echter steeds meer sympathie voor het nazi-gedachtengoed. Een onvermijdelijke scheiding volgde. Binnen de Kulturkammer werd de ”vakgroep van gezelschapsdansleeraren” opgericht. Joodse dansleraren en leraressen werden niet toegelaten.
Roosje begint na de scheiding haar eigen dansschool en oogst steeds meer succes, zelfs internationaal. Ook als het haar als Jodin door de Kultuurkamer verboden wordt om een dansschool te hebben, zet Roosje haar danslessen op zolder voort.
Verraden
Totdat op een kwade dag in 1942 een politieagent voor de deur staat om haar te arresteren. Roosje is verraden via een brief van een lid van de ‘vakgroep van gezelschapsdansleeraren’: ‘Een zeer brutale Jodin genaamd Roosje Glaser, wonende te ’s-Hertogenbosch, Koninginnelaan 23, deze verklaarde openlijk op de onbindingsvergadering te Utrecht in het bijzijn van 147 dansleraren dat zij met die nieuwe kliek niets te maken had en gewoon door zou gaan.’ Afzender is Roosjes ex-man. Roosje komt na 6 weken plotseling vrij.
Ze vlucht uit Den Bosch, neemt een nieuwe identiteit aan en duikt onder in Naarden, maar daar wordt ze opnieuw verraden door een minnaar. Ze wordt geïnterneerd in kamp Westerbork, overgeplaatst naar kamp Vught en komt uiteindelijk terecht in Auschwitz-Birkenau. Zijn de omstandigheden in de Nederlandse kampen nog relatief ‘goed’, in Birkenau wordt Roosje onderworpen aan de wrede medische experimenten en wordt ze voor straf aan het werk gezet in de gaskamers.
Roosje grijpt elke gelegenheid aan om haar overlevingskans te vergroten. Ze gaat een relatie aan met een Duitse officier. Later zegt Roosje hierover: “Na de medische experimenten in Block 10 en na het werken in de gaskamers, vond ik het prachtig dat een man lieve woorden tegen me zei, zijn arm om me heen sloeg, we de liefde bedreven. Ik voelde me weer mens worden”.
Dansen in Birkenau
In het laatste jaar van de oorlog, als de Russische legers oprukken, worden de overlevingskansen in de vernietigingskampen steeds kleiner. Roosje gaat naar haar geliefde met een plan. Ze haalt hem over om een activiteit te organiseren. Om de gedemoraliseerde SS-ers op te vrolijken geeft Roosje hen danslessen en zingt zij Duitse liederen. Applaus ontvangt zij niet, maar wel een brood. Dat deelt zij in haar barak met twee vriendinnen.
Roosje weet als een van de weinigen levend uit Birkenau te komen. Na een barre tocht belandt zij met een transport van het Rode Kruis in Zweden. Amper enkele weken na haar ontsnapping uit Duitsland danst Roosje weer en treedt ze op met cabaret.
Roosje bleef de rest van haar leven in Zweden, waar ze op hoge leeftijd overleed. Ondanks de traumatische ervaringen in de oorlog behield Roosje altijd haar levenslust en haar passie voor dansen en muziek. Haar persoonlijke brieven ondertekende ze met haar officiële naam Rosita: met een lachebekje in de R.
Links: Roosje danst met haar eerste echtgenoot
Rechts: Roosje in 1941
(Afbeelding: Roosje Glaser Foundation, z.j.)