DE OORLOG DOOR DE OGEN VAN RIEN

Schrijver
Laura Hondebrink
Locatie
Welberg, gemeente Steenbergen
Thema
Strijd 1944
Voor 1 november 1944 had de zevenjarige Rien van Broekhoven nog niet veel meegekregen van de ernst van de oorlog. Het huis van zijn ouders in het dorpje Welberg was gevorderd maar hij had de gedwongen verhuizing naar hun buurman niet als een grote ramp ervaren. Zijn dagen bracht hij door met spelen in de bossen, fietsen in de bommenkraters nabij het dorp en naar school gaan in het dorpscafé. Eind oktober was de bevrijding van Brabant in volle gang. De inwoners van Welberg hadden er reikhalzend naar uitgekeken.

 

In de schuilkelder van mesjeu Baartmans

In de nacht van 31 oktober 1944 komen de eerste Canadese troepen van het Alqonquin Regiment aan in Welberg. Ze zijn in de veronderstelling dat het Duitse leger zich heeft teruggetrokken en dat ze het dorp bevrijd hebben. Een aantal inwoners van het dorp maken in het Engels een praatje met de Canadezen. Onder hen is de kapelaan van het dorp: Henrikus Marinus Kock. De vreugde blijkt van korte duur. De Duitse troepen komen met een tegenaanval en weten Welberg te heroveren op de Canadezen. De inwoners van Welberg moeten bescherming zoeken voor het oorlogsgeweld en duiken de schuilkelders in, zo ook Kapelaan Kock. Hij zit in de kelder van het hoofd van de school, mesjeu Baartmans.

De kapelaan zit daar niet alleen. Ook de kleine Rien is met zijn ouders en broer naar de kelder van Baartmans gevlucht, evenals de pastoor van het dorp en nog enkele anderen. Buiten hoort Rien de bommen vallen terwijl er binnen ge­beden wordt. Plots hoort Rien voetstappen. De kelderdeur wordt met een enorme dreun ingetrapt en Duitse soldaten komen naar binnen. Ze zijn op zoek naar kapelaan Kock.

 

Verraad van de kapelaan

De Duitse soldaten beschuldigen de kapelaan van verraad. Toen hij stond te praten met de Canadezen is hij in de gaten gehouden door een aantal Duitse krijgsgevangenen. Deze zijn na de Duitse tegenaanval vrijgekomen en zijn het gesprek van de kapelaan met hun vijand niet vergeten. De soldaten nemen kapelaan Kock mee de kelder uit, naar een café in het dorp. Daar wordt hij gemarteld.

Als Rien uit de schuilkelder komt, ziet hij kapelaan Kock liggen, gedumpt tussen het café en het huis van de Baartmans. Bebloed en met een dolk in zijn buik. Op het moment dat Rien langsloopt is de kapelaan nog in leven. Rien ziet dat de pastoor absolutie geeft (vrijspreken van de aardse zonden) aan kapelaan Kock. Van de Duitse soldaten mag niemand de kapelaan helpen en die middag overlijdt hij. Later hoort Rien van de kroegbaas dat de kapelaan voor zijn overlijden nog om water vroeg. Met een natte doek heeft Koch aan dat verzoek voldaan.

De gevechten rondom Welberg waren na deze moord nog niet voorbij. Rien en zijn familie waren gedwongen te schuilen in het ziekenhuis van de stad. Door hevige artilleriebeschietingen wisten de Canadezen uiteindelijk Welberg te bevrijden en door te stoten naar Steenbergen. Rien overleefde de oorlog, in tegenstelling tot kapelaan Kock. Naar hem is in Welberg dan ook een straat ver­noemd; de Kapelaan Kockstraat.

 

FOTO
Herinnerings Klokkenstoel (Afbeelding: Willemjans, 2012, Wikimedia Commons)

SAMENWERKENDE PARTNERS

WAR THROUGH THE EYES OF RIEN

Author
Laura Hondebrink
Location
Welberg, municipality of Steenbergen
Theme
Battle 1944
Before 1 November 1944, the seven year old Rien van Broekhoven had been unaware of the severity of the war. His parents’ house in the village of Welberg had been impounded but the forced relocation to his neighbours had not bothered him much. He spent his days playing in the woods, cycling through the bomb craters near the village and attending school in the village café. At the end of October, the liberation of Brabant was in full swing. The villagers of Welberg had keenly awaited this moment.

In ‘Master’ Baartmans’ air raid shelter

In the night of 31 October 1944, the first Canadian troops of the Alqonquin Regiment arrived in Welberg. They were under the impression that the German army had withdrawn and that they had liberated the village. Some of the villagers chatted to the Canadians in English; one of these people was the village chaplain Henrikus Marinus Kock. Their joy proved short-lived. The German troops launched a counterattack and managed to retake Welberg from the Canadians. The villagers, including chaplain Kock, were forced to seek protection from the violence and hid in the air raid shelters. The chaplain found shelter in head teacher ‘Master’ Baartmans’ basement.

The chaplain was not alone. Little Rien and his brother and parents also hid in Baartmans’ basement, along with the village priest and a handful of others. Outside Rien heard the bombs falling whilst the people inside were praying. Suddenly Rien heard footsteps. The basement door was kicked in with an enormous thud and the German soldiers entered. They were looking for chaplain Kock.

The chaplain’s betrayal

The German soldiers accused the chaplain of betrayal. Several German captives saw him talking to the Canadians. The captives were released after the German counterattack and had not forgotten the conversation between the chaplain and their enemy. The soldiers took chaplain Kock out of the basement and to a village café where he was tortured.

When Rien left the air raid shelter he saw chaplain Kock lying on the ground, between the café and mesjeu Baartmans’ house. He had been dumped, bleeding, with a dagger in his stomach. When Rien walked by, the chaplain was still alive. Rien watched the priest give absolution (forgiveness for the earthly sins) to Piet Kock, the chaplain. The German soldiers did not permit anybody to help the chaplain and he died that afternoon.

Later, Rien heard from the café owner that the chaplain asked for water before his death. Koch met that request by handing him a wet towel.

After this murder the fighting around Welberg was not over yet. Rien and his family were forced to hide in the town’s hospital. After intense artillery fire, the Canadians managed to liberate Welberg and push through to Steenbergen. Rien survived the war, unlike chaplain Kock. A street in Welberg was named after him: the Kapelaan Kockstraat.

PHOTO
Remembrance Bell Frame
(Image: Willemjans, 2012, Wikimedia Commons)

PARTNERS