DE DAG DAT MARIA NIET KEEK

Schrijver
Piet Snijders
Locatie
Ommel
Thema
Strijd 1944
Het spookte in Asten in de nacht van woensdag 20 op donderdag 21 september 1944. Engels granaatvuur. In en rond de kerk was het een ravage. Donderdags werd Asten geëvacueerd. En ‘s avonds het kerkdorp Ommel, het populaire Mariaoord. ‘Das ganze Heiligtum geht kaputt,’ hadden de Duitsers gezegd. Veel Ommelnaren zochten een goed heenkomen, maar ook velen bleven thuis. Want oorlog? Ach, oorlog…
Op ‘t Ommels Eindje hebben de kinderrijke gezinnen Klaus en Michiels een gezamenlijke schuilkelder: Een diepe sloot tussen de boerderijen. Stro op de bodem, aan de bovenkant provisorisch afgedekt met takken en mutserd. De kinderen gebruiken het onderkomen soms als speelhuisje. Die donderdagavond wordt in Ommel gewikt en gewogen; vluchten voor het naderende oorlogsgeweld of niet? Pastoor Vogels en zijn huishoudster vertrekken naar Vlierden. Met medeneming van het mirakelbeeldje van O.L. Vrouw van Ommel, Troosteres in Elke Nood. Veel gezinnen vertrekken ook, die van ‘t Ommels Eindje blijven.

Nu moet hun schuilkelder zijn nut bewijzen. ‘s Avonds is er even gesteggel wie naast wie mag. ‘Niet zeuren’, commanderen de ouders, ‘gewoon op leeftijd.’ De gezinnen slapen niet veel die nacht, maar de volgende ochtend zijn ze er nog. De nieuwe oorlogsdag voert hen terug ‘t huis in. Maar het krijgsgeweld wordt nu zo hevig dat de Michielsen en Klausen rond kwart voor elf opnieuw de schuilkelder in vluchten. Met twintig man – niet alle kinderen zijn thuis – duiken ze nu gedisciplineerd de sloot in.

Ineens, in een ondeelbare seconde, gebeurt het. Een granaat raakt een van de twee dikke lindebomen pal achter de schuilkelder. Het projectiel valt stil en recht naar beneden, waar de ontploffing in de loopgraaf dood en verderf zaait. De ontreddering is compleet. Buurtbewoners schieten te hulp. Acht kinderen zijn op slag dood; daarnaast zijn er zes gewonden van wie vijf ernstig. Van hen sterven er later nog drie. In totaal elf doden…
Het gezin Michiels verliest Miet (19), Thea (15), Louis (14), Hendrik (12), Nella (11) en Martien (6). Na weken bezwijkt ook moeder Helena (46). Zij sterft van verdriet, weet heel Ommel.

In het gezin Klaus net zo’n drama. Jan (12), Leo (11), Anna (9) en Dina (8) laten het leven. Martien (7) en zijn zusje Riet (5) zijn zwaargewond, maar overleven.

Dora Michiels – toen 8 jaar en gewond – herinnert zich ‘rook, stof, angst, huilen en gillen’. ‘Iedereen die kon wilde eruit. Ik pakte het handje van mijn broertje Martien. Maar die gaf niet mee. Hij had maar een klein gaatje boven in zijn hoofd. Verder niets. Maar hij was wel dood.’

De andere Martien, toen 7 jaar en de jongste zoon van de familie Klaus: ‘Het rook in de schuilkelder en het stonk. Ik lag tussen allemaal dode kinderen. Net als m’n zusje Riet bloedde ik zo erg, dat de buren ons ook al afschreven.’

De hulpverlening wordt ernstig gehinderd door het niet af­latende strijdgewoel. De zwaargewonde slachtoffers zijn dan ook nog steeds in Ommel in de helse nacht dat het dorp in vlammen opgaat. Pas de volgende dag – zaterdags – worden ze naar ziekenhuizen gebracht, een tocht met hindernissen.

Dora Michiels: ”Moeder en ik werden die dag in een zwarte auto met witte vlag door de frontlinie geloodst. Om de tien meter lag een dood paard op de weg. Om ons door te laten moesten Engelse soldaten de paarden van de weg af trekken. Ook lagen er veel Duitse militairen.”

Dora Michiels kon vijftig jaar lang niet praten over wat haar overkwam. Lotgenoot Martin Klaus had daar geen moeite mee. In 1994 kreeg hij Dora zover dat zij samen deelnamen aan de jaarlijkse Dodenherdenking. Sindsdien trekken ze vaker gezamenlijk op als het over de oorlog gaat. Dora heeft indertijd deskundige hulp gemist. Martien – ook al keek O.L. Vrouw van Ommel even niet toen het noodlot toesloeg – vond steun in het geloof. Hij koestert geen wrok. ”Alle soldaten – ook de Duitse – deden wat ze doen moesten. De Duitsers mogen van mij gerust bij onze Dodenherdenking zijn. Wij zijn oorlogsslachtoffers, maar zij net zo goed.”

 

 

https://youtu.be/UV43na_XUZg

FOTO
Vernielingen in Asten-centrum
(foto: Imperial War Museum)

SAMENWERKENDE PARTNERS

THE DAY MARY WAS NOT WATCHING

Author
Piet Snijders
Location
Ommel
Theme
Battle 1944

There was a ghostly atmosphere in Asten in the night of Wednesday 20 to Thursday 21 September 1944. British grenade fire had caused total ravage in and around the church. Asten was evacuated on the Thursday, followed that evening by the parish of Ommel, a favourite pilgrimage place to the Virgin Mary. ‘Das ganze Heiligtum geht kaputt’ (the entire shrine will be destroyed), the Germans had said. Many residents of Ommel were looking for shelter, but many stayed at home.  They did not see the need to leave…

The Klaus and Michiels families and their many children had a common air raid shelter on the Ommels Eindje: a deep ditch between the farmhouses, with straw on the bottom and provisionally covered with branches tied together. The children sometimes used the shelter as a playhouse.

There were difficult choices to be made that Thursday evening in Ommel. To flee from the approaching violence of war or not? Pastor Vogels and his housekeeper left for Vlierden, taking with them the Miracle Statue of the Virgin Mary of Ommel, Comforter in Any Emergency. Many families also left, those on the Ommels Eindje stayed where they were.

Their air raid shelter now had to prove itself. In the evenings there was some quarrelling about who could sleep next to whom. ’No complaining’, said the parents, ‘purely by age.’ The families did not sleep very much that night but they were still there the following morning. The dawn of a new day in the war saw them go back into their houses.

But the violence of war was now so intense that the Michiels and Klaus families had to flee back into the shelter at about quarter to eleven. Twenty of them – not all the children were at home – descended back into the ditch in an orderly way.

 

It happened in a split second. A grenade hit one of the two thick linden trees right behind the shelter. It fell as a projectile silently downwards where the explosion caused death and destruction. The devastation was enormous, and local residents came to assist.

Eight of the children were killed instantly; six were also wounded, five of them seriously. Three of them died later, eleven deaths in total…

The Michiels family lost Miet (19), Thea (15), Louis (14), Hendrik (12), Nella (11) and Martien (6). After several weeks mother Helena (46) also passed away. She died from a broken heart; everyone in Ommel knew that.

The Klaus family had a similar drama.  Jan (12), Leo (11), Anna (9) and Dina (8) all lost their lives. Martien (7) and his sister Riet (5) were seriously injured, but survived.

 

Dora Michiels – then 8 years old – remembers ‘smoke, dust, fear, crying and screaming’. Everyone who could get out was trying to. I took hold of my brother Martien’s hand, but he didn’t take hold of mine. He had just a small hole in the top of his head, but I knew he was dead.’

 

The other Martien, then 7 and the youngest son of the Klaus family: ‘The shelter was full of smoke and it stank. I was lying among all the dead children. I was bleeding so heavily, just like my sister Riet, that our neighbours thought we were also dead.’

 

Help was seriously delayed by the relentless battle. The seriously injured victims were still in Ommel on that hellish night when the village went up in flames. In was only of the following day, Saturday, that they were taken to hospital, even then there were some obstacles.

 

Dora Michiels: ”Mother and I were escorted through the front line in a black car with a white flag. There was a dead horse on the road every ten metres or so. The British soldiers had to pull the horses off the road to let us through. Many German soldiers were also lying there.”

 

For fifty years Dora Michiels could not speak of her ordeal. Fellow sufferer Martin Klaus didn’t have the same problem, and in 1994 he managed to persuade Dora to take part in the annual Remembrance parade. Since then they have often appeared together at events associated with the war. Dora didn’t receive any expert help at the time. Martin found strength from his faith – even though the Virgin Mary of Ommel had not been watching when fate struck. He bears no grudges. ‘All soldiers, including German ones, did what they had to do. As far as I’m concerned the Germans can join in our Remembrance events. We are victims of war, and they are just the same.’

PHOTO

Destruction in the centre of Asten (photo: Imperial War Museum) 

PARTNERS