MEN IN STRIPED CLOTHING

Author
Marlon van den Bergh
Location
Heideweg, Molenschot 
Theme
Resistance

In 1940 the Germans occupied the airfield at Gilze-Rijen and during the war they enlarged it to become one of the largest air bases in Europe. Houses close by were demolished and the new neighbours saw what was taking place on the airfield from close quarters every day.

Maria Ligtvoet-Maas lived with her husband Thomas in Molenschot, to the west of Gilze-Rijen Fliegerhorst (military airfield). Tommes and Mie, as they were known to the locals, had no children and Mie spent her days as a housewife in and around the home. Tommes worked during the day at the Noord-Brabander leather factory in Rijen. Despite having a huge air base next to their house, life went on as normal for the couple.

From 30 August 1943 Fliegerhorst Gilze-Rijen also served as a labour camp for 150 prisoners from Camp Vught. The prisoners were required to perform strenuous tasks, such as repair work after a bombing raid. Despite the hard work, conditions were better for the prisoners than they were in Camp Vught. They received better food and drink, roll calls were shorter and the security was less strict.

The German airfield was an important target for the Allies. When the airfield was bombed for the umpteenth time, the German guards and the airfield workers took cover in the air raid shelters. The security guards were so busy running for cover that they did not seem to notice what was going on around them, or where the prisoners were. This gave them the perfect chance to try to escape. Some of them decided to grab this opportunity and headed for the perimeter fence, which had been badly damaged in the bombing raid. They crawled under the fence and ran towards freedom.

Mie was busy with her housework when suddenly a couple of men in striped clothes appeared at her door. Their clothes immediately gave away the fact that they were escaped prisoners from the airfield. She ushered them into the house and asked them to remove their clothes. The men looked at each other somewhat surprised, take off their clothes? Then Mie reappeared with ordinary clothes and the men realised what she meant, they did not attract attention among the other people in civilian clothes. The men began to get dressed and Mie told them that other prisoners had already passed by. She burnt the camp clothes so nobody would ever know that the men had been with Mie

Shortly afterwards, when the men had left in their civilian clothes, Mie was in the kitchen burning the striped clothing. Once again she heard noises in front of the house. More escaped prisoners, or had the men who had just left come back? Mie opened the door and there were security guards from the airfield. They were looking for escaped prisoners. The guards followed Mie into the house where they found the partly burnt clothes on the stove. Mie was arrested.

On 15 December 1943 Mie was transferred to Camp Vught, where she remained until liberation. She arrived back in Molenschot and was reunited with her husband Tommes.  She picked up her life where it had left off, Tommes went back to work and Mie did the housework, although she no longer needed to burn any striped clothing. Tommes died in 1965, five years later Mie left Molenschot and died in 1983.

Hardly anyone knew that Maria Ligtvoet-Maas had helped prisoners to regain their freedom during the war. For three and a half months she provided clothes to the prisoners. Only later did it emerge that she collected these clothes from residents in the neighbourhood. She told nobody what she did with these clothes, so nobody risked the chance of being caught

IMAGE: Sketch of prisoner

PHOTO – Thomas and Maria Ligtvoet

PARTNERS

MANNEN IN GESTREEPTE KLEDING

Schrijver
Marlon van den Bergh
Locatie
Heideweg, Molenschot 
Thema
Verzet

In 1940 namen de Duitsers het vliegveld Gilze-Rijen in en gedurende de oorlog breidden zij het uit tot één van de grootste vliegvelden in Europa. Huizen in de omgeving van het vliegveld werden gesloopt en de nieuwe omwonenden zagen van dichtbij wat er zich dagelijks afspeelde op het vliegveld. 

Maria Ligtvoet-Maas woont met haar man Thomas in Molenschot, aan de westzijde van Fliegerhorst Gilze-Rijen. Tommes en Mie, zoals ze in de volksmond heten, hebben geen kinderen en Mie brengt haar dagen als huisvrouw in en om het huis door. Tommes is overdag werkzaam bij de lederfabriek Noord-Brabander in Rijen. Ondanks het immense oorlogsvliegveld naast hun huis, gaat het leventje van het echtpaar gewoon door.

Vanaf 30 augustus 1943 dient Fliegerhorst Gilze-Rijen ook als werkkamp voor 150 gevangenen uit Kamp Vught. De gevangenen moeten zwaar werk verrichten, zoals herstelwerkzaamheden na een bombardement. Ondanks het zware werk zijn de omstandigheden voor de gevangenen beter dan in Kamp Vught. Ze krijgen er beter eten en drinken, kortere appèls en minder strenge bewaking.

Het Duitse vliegveld is voor de geallieerden een belangrijk doelwit. Wanneer het vliegveld voor de zoveelste keer wordt gebombardeerd, vluchten de Duitse bewaking en het vliegveldpersoneel de schuilkelders in. De leden van de bewaking zijn zo druk bezig met dekking zoeken dat ze niet door lijken te hebben wat er om hen heen gebeurt, en waar de gevangenen zich bevinden. De gevangenen weten dat er in de schuilkelder niet voldoende plek is voor al het vliegveldpersoneel, de bewaking en de gevangenen. Dit is voor hen de uitgelezen kans een poging tot ontsnapping te doen. Enkelen van hen besluit de kans te grijpen en haast zich naar de afrastering. Het bombardement heeft de afrastering flink beschadigd. Ze kruipen onder de afrastering door en rennen de vrijheid tegemoet.

Mie is druk met het huishouden als er plots een paar mannen voor haar deur staan in gestreepte kleding. Deze kleding maakt dat zij direct begrijpt dat het ontsnapte gevangenen uit het vliegveld zijn. Vlug laat ze de gevangenen binnen en vraagt ze hun kleren uit te trekken. Ietwat verbaasd kijken de mannen elkaar aan, kleren uittrekken? Dan komt Mie aangelopen met gewone kleren en snappen de mannen wat haar bedoeling is. In burgerkleding vallen de mannen niet op tussen andere burgers. De mannen beginnen zich om te kleden. Mie vertelt dat al meer gevangenen hen zijn voorgegaan. De kampkleding stookt zij dan altijd op. Niemand zal ooit weten dat de mannen bij Mie zijn langs geweest.

Niet veel later, wanneer de mannen in hun burgerkleding zijn vertrokken, staat Mie in de keuken om de gestreepte kleding te verbranden. Opnieuw hoort ze geluiden voor haar huis. Nog meer ontsnapte gevangenen? Of zijn de mannen die ze zojuist op pad heeft gestuurd terug gekomen? Mie opent de voordeur. Daar staan bewakers van het vliegveld. Ze zijn op zoek naar ontsnapte gevangenen. De bewakers volgen Mie naar binnen en ontdekken de deels verbrande gestreepte kleren op het fornuis. Mie wordt gearresteerd.

Op 15 december 1943 wordt Mie overgebracht naar Kamp Vught. Daar verblijft ze tot aan de bevrijding. Bij terugkomst in Molenschot wordt ze herenigd met haar man Tommes. Ze pakken hun leven weer op, Tommes gaat weer aan het werk en Mie doet het huishouden, al hoeft ze niet langer gestreepte kleding op te stoken. In 1965 komt Tommes te overlijden, vijf jaar later vertrekt Mie uit Molenschot en ze overlijdt in 1983.

Nagenoeg niemand wist dat Maria Ligtvoet-Maas tijdens de oorlog gevangenen hielp hun vrijheid weer terug te krijgen. Drieënhalve maand lang voorzag ze gevangenen van kleding. Later bleek dat ze deze kleding ophaalde bij bewoners in de buurt. Wat Maria met de kleren deed, vertelde ze niemand. Zo liep niemand anders het gevaar gepakt te worden.

 

FOTO – Schets gevangene 

FOTO – Thomas en Maria Ligtvoet

SAMENWERKENDE PARTNERS