HANS NOACH
In Eindhoven woonde de Familie Noach, een Joodse familie waarvan de vader een hoge functie bekleedde bij Philips. De nazi’s verboden bedrijven om Joden op belangrijke posities in dienst te hebben en op alle fronten werd het de Joden steeds moeilijker gemaakt om een vreedzaam bestaan te leiden.
De regels worden steeds strenger. Hans Noach, het jongste zoontje, mag niet meer met de buurtkinderen spelen en moet een gele ster gaan dragen. In die tijd twijfelt de familie tussen vluchten of onderduiken. De familie Noach wil vluchten naar Engeland maar krijgt het niet voor elkaar om ook hun oudste zoon, die in dienst is, mee te nemen. Ze besluiten daarom om als familie bij elkaar in Eindhoven te blijven.
Vader wordt gearresteerd en naar Kamp Vught gebracht, en de familie staat voor een keuze. Als Hans die dag thuiskomt van school ziet hij zijn moeder en broer in het portiek van hun huis staan. Zijn moeder stelt hem een simpele maar alles bepalende vraag: “Je kunt onderduiken of met ons mee gaan naar een werkkamp.” Het 8-jarige jongetje kiest ervoor om met de familie bij elkaar te blijven en mee te gaan naar Kamp Vught.
In Kamp Vught zitten Hans met zijn moeder en zusje gescheiden van zijn oudere broers en vader. Het werk in Kamp Vught is door bemoeienis van de Philipsdirectie nog relatief aanvaardbaar maar op een nacht, als de directie van Philips niet aanwezig is, worden de Joden de trein ingejaagd en begint de verschrikkelijke tocht naar Auschwitz. De kinderen raken gescheiden van hun moeder.
Na een helse tijd bevrijden de Russen het kamp. Hans’ moeder is twee dagen voor de bevrijding gestorven van uitputting. Hij en zijn zusje beginnen zonder hun moeder aan de terugtocht om de rest van hun familie te vinden. In Frankrijk aangekomen worden ze warm onthaald en biedt een vriendelijke mevrouw aan om de kinderen te adopteren. Hans besluit toch naar Nederland te gaan in de hoop zijn broers en vader weer terug te vinden, maar treft er alleen hun oom die ondergedoken heeft gezeten.
Als ze verder opzoek gaan naar hun familiebezittingen, doet de vrouw bij wie de spullen in bewaring waren gegeven open in de jurk van zijn moeder. Het tafelzilver en andere waardevolle spullen mogen ze terugkopen, maar geld hebben ze uiteraard niet. “Waarom ben je eigenlijk teruggekomen?” wordt hem gevraagd. Hans besluit daarop het nog smeulende antisemitisme en het onbegrip achter zich te laten en in Israël een nieuw bestaan op te bouwen.
Pas vele jaren later keert Hans weer terug naar zijn geboortestad Eindhoven. Hij staat opnieuw voor het portiek van zijn ouderlijk huis als daar struikelstenen, ter nagedachtenis aan zijn familie, geplaatst worden. Hij heeft inmiddels in Israël alles gevonden wat hij maar kan wensen. Een liefdevol gezin samen met Ruth, een Nederlandse Jodin die tijdens de oorlog ondergedoken heeft gezeten.
In Israël werkte Hans Noach eerst als aannemer en later in de reisbranche. Daarnaast heeft hij zich actief ingezet voor de herdenking van de Tweede Wereldoorlog en de slachtoffers van de Jodenvervolging. In dat kader heeft hij lezingen gegeven waar onder een freedom lecture in Eindhoven. Hij wil ervoor zorgen dat het verhaal nooit vergeten wordt.