THE GIRL WITH THE HEADSCARF FINDS HER NAME

Location
Travellers’ camp Eindhoven
Author
Laurie Wolffs

On Tuesday 16 May 1944, a roundup took place in Eindhoven and a young girl was arrested. Three days later, she was deported together with her family from Camp Westerbork to Auschwitz-Birkenau, where she also died.

When the train in Westerbork was ready for departure, the girl carefully stuck her head out between the doors of the freight wagon. By order of the camp commander, the Jewish prisoner Rudolf Breslauer was shooting a film about the transport that day. The girl’s curiosity was triggered by the camera and Breslauer captured her on film. ‘Get away from that door, your head will get stuck’, shouted her mother and the girl disappeared back into the wagon. Not much later the train left for Poland.

White headscarf

Breslauer’s film footage reappeared after the end of the Second World War. The image of the Jewish girl carefully sticking her head out of the train stood out. The shot lasted seven seconds. She was young, wore a white headscarf, but her name was unknown.

Her portrait was used many times and over the years she was named: ‘The girl with the headscarf’. Journalist Aad Wagenaar also saw the footage. He became intrigued by the girl and decided to start a search for her true identity. Wagenaar looked into the wagon number, which showed in the footage, and discovered that, in contrast to what people thought, it wasn’t a wagon full of Jews. The girl was one of the 245 Sinti and Roma who were deported from Westerbork to Auschwitz on 19 May. For years, the image of the unidentified girl had represented the Dutch persecution of the Jews.

Born under the caravan

Her name was Settela Anna Maria Steinbach and she was born under a caravan on 23 December 1934 in Buchten, South Limburg. Her father was a merchant and played the violin at fairs and village parties. On 16 May 1944, she was arrested in Eindhoven and at Camp Westerbork her hair was shaved off. She was ashamed of this and that was the reason for the white headscarf. Settela died in Auschwitz at the young age of nine, without realising that she would live on in a remarkable way.

Settela made us realise that not only Jews, but also gypsies were persecuted during the Second World War.

On 14 May 1944, the Dutch police received an order from Germany. ‘[…] a central arrest of all people living in the Netherlands who have gypsy characteristics’. The nationwide roundup took place on 16 May and more than 550 Sinti and Roma were arrested. Not everybody matched the criteria of a gypsy and these people had a lucky escape.

In the end, 245 gypsies were deported. Settela’s mother, two brothers, two sisters, aunt and three cousins were also part of this group. None of them survived. Settela’s father died shortly after the war. It is unclear how many gypsies were persecuted in Europe. The estimates vary from 200,000 to 1.5 million.

PHOTO
‘The girl with the headscarf’ Settela Steinbach looks out through the doors of the wagon. (Image: Memorial centre Camp Westerbork, 1944)

Bekijk nog meer verhalen in dit thema

PARTNERS

HET MEISJE MET DE HOOFDDOEK VINDT HAAR NAAM

Locatie
Woonwagenkamp Eindhoven
Schrijver
Laurie Wolffs

Eindhoven, op dinsdag 16 mei 1944 vindt er een razzia plaats waarbij een jong meisje wordt opgepakt. Samen met haar familie zal ze drie dagen later van Kamp Westerbork naar Auschwitz-Birkenau worden gedeporteerd, alwaar zij ook zal sterven.

Wanneer het transport in Westerbork klaarstaat voor vertrek, steekt het meisje voorzichtig haar hoofd tussen de deuren van de goederenwagon naar buiten. In opdracht van de kampcommandant maakt de Joodse gevangene Rudolf Breslauer die dag een film over het transport. De nieuws­gierigheid van het meisje wordt gewekt door de camera en Breslauer vangt haar blik op zijn film. “Ga bij die deur weg, straks komt je kop er nog tussen”, roept haar moeder en het meisje verdwijnt weer in de wagon. Niet veel later vertrekt de trein richting Polen.

 

Witte hoofddoek

De filmbeelden van Breslauer duiken op als de Tweede Wereldoorlog voorbij is. Het beeld van het Joodse meisje dat voorzichtig haar hoofd uit de trein steekt valt op. Zeven seconden lang zie je haar op de beelden naar buiten turen. Ze is jong, draagt een witte hoofddoek, maar haar naam weet niemand. Haar portret wordt vele malen gebruikt en door de jaren heen krijgt ze de titel: “Het meisje met de hoofddoek”. Ook Journalist Aad Wagenaar krijgt het beeld onder ogen. Hij raakt geïntrigeerd door het meisje en besluit een zoektocht te starten naar haar ware identiteit. Wagenaar onderzoekt het wagonnummer dat zichtbaar is in de film en ontdekt dat het, in tegenstelling tot wat men denkt, niet gaat om een wagon met Joden. Het meisje behoort tot de 245 Sinti en Roma die op 19 mei van Westerbork naar Auschwitz zijn gedeporteerd. Jarenlang heeft het beeld van het onbekende meisje voortgeleefd als icoon van de Nederlandse Joden­vervolging.

 

Geboren onder de woonwagen

Haar naam is Settela Anna Maria Steinbach. Geboren onder een woonwagen op 23 december 1934 in het Zuid-Limburgse Buchten. Haar vader was handelaar en violist op kermissen en dorpsfeesten. Op 16 mei 1944, wordt ze in Eindhoven opgepakt en in kamp Westerbork wordt zij kaalgeschoren. Hier schaamt zij zich voor en daarom draagt zij de witte hoofddoek. Met een leeftijd van slechts 9 jaar overlijdt Settela in Auschwitz. Zonder te weten dat ze op een merkwaardige manier zal voortleven.

Settela laat ons beseffen dat naast Joden, ook zigeuners zijn vervolgd tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Op 14 mei 1944 ontvingen de Nederlandse politiekorpsen een bevel uit Duitsland. ‘[…] eener centrale aanhouding van alle in Nederland verblijvende personen die het kenmerk der zigeuners bezitten’. De landelijke razzia vond plaats op 16 mei en meer dan 550 Sinti en Roma werden opgepakt. Niet iedereen bleek volgens de criteria zigeuner te zijn en zij ontsprongen de dans. Uiteindelijk zijn er 245 zigeuners gedeporteerd. Settela’s moeder, twee boertjes, twee zusjes, tante, twee neefjes en nichtje hoorden ook bij deze groep. Zij hebben het niet overleefd. De vader van Settela overleed vlak na de oorlog. Het is onduidelijk hoeveel zigeuners er zijn vervolgd in Europa. De schattingen lopen uiteen van 200.000 tot 1,5 miljoen.

Historisch kader Roma en Sinti
Al voor de oorlog werden woonwagenbewoners en zogenaamde zigeuners, onder wie de Roma en Sinti, in Nederland gezien als een sociaal of crimineel probleem. Ze veroorzaakten overlast. In 1944 bepaalde Duitsland dat zigeuners een minderwaardig ras waren. Op 16 mei 1944 hield de bezetter een landelijke razzia om alle zigeuners, en onder hen de Roma en Sinti, op transport te stellen naar Kamp Westerbork. De groep ‘zigeuners’ werd aangeduid als: “alle personen die op grond van hun uiterlijk, hun zeden en gewoonten als zigeuners of als zigeunerhalfbloeden kunnen worden aangemerkt, zomede alle personen die naar de geaardheid der zigeuners rondtrekken.” Er werden 245 personen gedeporteerd, slechts 31 van hen keerden na de bevrijding terug.

Lees hier meer over de Roma en Sinti tijdens de Tweede Wereldoorlog: https://www.tweedewereldoorlog.nl/themas/systematische-uitsluiting-terreur-en-genocide/sinti-en-roma/

Bronnen:

FOTO
’Het meisje met de hoofddoek‘ Settela Steinbach kijkt door de deuren van de wagon naar buiten.(Afbeelding: Herinneringscentrum Kamp Westerbork, 1944)

Bekijk nog meer verhalen in dit thema

SAMENWERKENDE PARTNERS