EEN NOODLOTTIG TOEVAL

Schrijver
Jack Didden en Tjeu Cornet
Locatie
Grafmonument Grave en woning Nuland
Thema
Inval mei 1940
Op vrijdag 10 mei 1940, enkele uren na de Duitse inval, bliezen Nederlandse troepen bij Grave de Maasbrug op, om de Duitsers tegen te houden. Die middag sloegen veel burgers op de vlucht naar Nuland, Heesch en Geffen. Tegelijk trokken de meeste Nederlandse troepen in Noord-Brabant zich, geheel volgens plan, terug op de vesting Holland. Grave viel dan ook zonder noemenswaardige strijd in Duitse handen.

Op de vlucht

Na het opblazen van de brug in de vroege ochtend ontstaat paniek onder de inwoners van Grave. Meer dan de helft van de inwoners, ongeveer 2000, besluiten de stad te verlaten uit angst voor het naderende krijgsgeweld. Onder hen de hoogzwangere Maria Derijck met haar man, vader, moeder en broer. Ze willen zo ver mogelijk weg. Dus lopen ze ‘zes uren gaons’ naar Nuland, dertig kilometer westelijk. Terwijl de lange sliert burgers over de weg trekt, groeit de onrust. De Luftwaffe heeft de opdracht terugtrekkende Nederlandse troepen aan te vallen en Duitse vliegtuigen scheren voort­durend laag over de stoet vluchtelingen. Na de uiterst enerverende tocht is iedereen opgelucht wanneer eindelijk Nuland zonder kleerscheuren wordt bereikt. De Gravenaren worden gastvrij opgevangen bij mensen thuis. Maria komt met haar familie en nog twee gezinnen terecht in de woning van Nelleke en Jan Zwanenberg. Zij drijven een kruidenierswinkel aan huis. Nuland is een oase van rust en de vluchtelingen lijken er veilig te zijn. Uitgeput vallen ze in slaap.

Bommen

De volgende dag komt de oorlog in alle hevigheid terug. Kort na elkaar vallen zes bommen vlakbij de huizen bij de spoorlijn. De halve woning van Nelleke en Jan Zwanenberg wordt in één klap weggevaagd. Maria Derijck verliest al haar naasten met wie ze is gevlucht: haar man, ouders en broer. Jan Zwanenberg wordt getroffen door een scherf en is de rest van zijn leven gehandicapt. Enkele dagen later begraaft Maria Derijck haar familieleden in Nuland. Terug in Grave ziet Maria dat er nauwelijks strijd is geleverd in het stadje aan de Maas. Drie weken na het bombardement brengt Maria een zoon ter wereld. Ze wil ook graag haar verloren familieleden dicht bij zich hebben en ze doet veel moeite om hen in hun woonplaats te laten herbegraven.

De mythe van de melkkar

Naderhand deed in Nuland het verhaal van ‘de melkkar’ de ronde. Burgers vertelden dat ze op de dag voor het bombardement, 10 mei, een vliegtuig boven Nuland hadden gezien. Ze dachten dat die mogelijk de dagelijkse melkkar voor een munitiewagen had aangezien en een bommenwerper had gealarmeerd. Dat verhaal moet naar het rijk der fabelen worden verwezen. Vermoedelijk heeft een Duitse bommenwerper die was geraakt (mogelijk de Heinkel 111 die dezelfde dag bij Oss neerkwam) zijn lading voortijdig laten vallen om hoogte te winnen. Fataal genoeg voor de inwoners gebeurde dit toevallig boven Nuland. In totaal vallen er vallen
dertien doden, van wie elf vluchtelingen uit Grave. Onder de doden zijn twee gezinnen met kinderen; het jongste slachtoffer is pas één jaar oud. Zo werden tijdens de oorlog veel vaker gewone burgers bij vergissing getroffen. Voor de vier leden van de familie Derijck werd later in Grave alsnog een grafmonument opgericht.

FOTO
Het huis van de familie Zwanenburg na het bombardement

SAMENWERKENDE PARTNERS