GEGIJZELD IN BOSSEN VOL MUNITIE

Locatie
Kaatsheuvel, in de bossen

Landschapsobject
Monument

Schrijver
Birgit Barten

Voor Ed Post (81) ligt een luchtfoto van Kaatsheuvel op tafel. Met zijn vinger wijst hij aan waar hij is opgegroeid. Hij legt uit dat hij als kind wel eens speelde in de bossen bij Kaatsheuvel. In de Tweede Wereldoorlog was een gedeelte echter een opslagplaats voor munitie, van kogels tot bommen. 5 september 1944 was een dag waarop de geallieerden Brabant leken te gaan bevrijden. Later werd deze dag Dolle Dinsdag genoemd omdat toen veel NSB-ers en collaborateurs het hazenpad kozen. Het bosgebied waarbij Post opgroeide, lag nog vol met munitie. De Duitsers sloegen op de vlucht en konden niet alles laten meenemen. Laten liggen was geen optie, dan lieten ze het achter voor de geallieerden. ”Ze hebben alles de lucht in laten vliegen. Het was een gigantische ontploffing. Met het gevolg dat door de luchtdruk in een omtrek van meer dan 2 km alle ruiten waren gesprongen.’’
De vader van Ed Post had een schuilkelder gemaakt, het was een gegraven gat bedekt met deuren en grond. Na de ontploffing was de schuilkelder niet meer te herkennen.
‘’Helemaal weggevaagd, het was onvoorstelbaar’’, herinnert Ed Post zich.

‘’Dat was nog maar het begin’’, vertelt Post. Om de winter door te komen ging Ed Post met zijn vader en zusje de bossen in om hout te sprokkelen. ‘’Het werd een heel strenge winter, maar dat wisten we van tevoren nog niet.’’ Het was nog maar september. De drie liepen in het bos met een krui­wagen en een hakbijl. ‘Plots bleek dat we omsingeld waren door Duitse soldaten. Achter enkele bomen kwamen drie gespannen gezichten van Duitse soldaten tevoorschijn. Met hun geweren dreven zij Ed, zijn vader en zijn zus naar een heuvel midden in het bos. ‘’We waren met ongeveer twintig man gegijzeld. Ik weet nog precies waar het was’’, vertelt Post terwijl hij de locatie aanwijst. “We hebben twee uur met onze handen omhoog moeten staan.’’ Er was duidelijk te zien dat het zusje van Post moe was na twee uur lang met haar handen in de lucht te hebben gestaan. Een van de gegijzelden sprak een beetje Duits en vroeg of het kind haar handen niet meer hoog hoefde te houden. ‘’Ik heb het nog heel vaak voor me gezien’’, vertelt Post. Met een zware mitrailleur vloog een van de militairen op het zusje en schreeuwde ‘hoger, hoger!’. Het was zo beangstigend. Je kon niets, je staat daar en het is maar afwachten. De Duitsers waren in paniek natuurlijk.’’ Post realiseert zich ook dat hij en zijn zusje dit heel anders hebben ervaren dan zijn ouders. ‘’Kinderen ervaren dit als avontuur, toch was dit geen avontuur kwamen we achter.’’ Er had maar een vliegtuig moeten overvliegen en het was genoeg geweest om een geweer af te vuren.

Opeens werd alles opgeheven en liepen alle Duitsers weg. ‘’Plots waren ze allen weg’’. Ze hebben niet gezegd dat we mochten gaan. ‘’Blijkbaar waren er vijanden in zicht, dat was de reden dat ze zijn gevlucht.’’

Over de oorlog werd niet vaak gepraat. Post heeft zijn eigen kinderen pas decennia later verteld over wat hij als kind meemaakte in de oorlog. Hij maakte een schilderij over wat er was gebeurd. In het landschap van Kaatsheuvel, waar vroeger de MAST was, zijn kraters nog duidelijk zichtbaar.

 

 

https://youtu.be/2wwoTPZtfig

Historisch kader Dolle dinsdag
Geallieerde legers ‘hebben de Nederlandse grens overschreden’, zei de Nederlandse premier Pieter Gerbrandy op maandag 4 september 1944 op Radio Oranje. In heel Brabant, in heel Nederland, ontplofte het: Feest! Bevrijding! Mensen haalden vlaggen van zolder en trokken er de volgende dag op uit om de bevrijders welkom te heten. Verzetsmensen maakten zich klaar om de bevrijders te helpen, NSB’ers en Duitse soldaten raakten in paniek en kozen het hazenpad. Maar al snel bleek het bericht niet te kloppen. De Duitse bezetters traden hard op om de rust terug te brengen: in de dagen en weken na Dolle Dinsdag, zoals 5 september 1944 sindsdien wordt genoemd, was er in heel Nederland veel geweld.

Lees hier meer over Dolle Dinsdag: https://www.tweedewereldoorlog.nl/themas/wereldwijde-schaal-conflict/bevrijding/bevrijding-nederland/maatschappij/dolle-dinsdag/

FOTO
Het schilderij van Ed Post, over zijn herinnering aan de oorlog (Afbeelding: privébezit Ed Post, z.j.)

HOSTAGES IN FORESTS OF AMMUNITION

Location
Kaatsheuvel, in the forests, where there is now a monument

Author
Birgit Barten

On the table in front of Ed Post (81) is an aerial photograph of Kaatsheuvel. He points with his finger to where he grew up. He explains that as a child, he would sometimes play in the forests near Kaatsheuvel, but that during the Second World War, part of the forest was used as a storage area for ammunition, everything from bullets to bombs. On 5 September 1944, it was alleged that Allied forces had liberated Brabant. The day was to become known as ‘Dolle Dinsdag’ or ‘Crazy Tuesday’ since many NSB members and collaborators gave up the fight on that day. The forested area in which Post had grown up was still full of ammunition. After all, the Germans were fleeing and couldn’t take everything with them. Leaving it behind wasn’t an option either, as it would then fall into the hands of the Allies. ‘They blew everything up into the air. There was a huge explosion, so huge that every window in a two-kilometre radius was broken.’

Ed Post’s father had constructed a shelter — a hole dug into the ground and covered with doors and soil. After the explosion, the shelter ceased to be recognisable. ‘Obliterated, it was unimaginable,’ remembers Ed Post.

‘And that was just the beginning,’ he explained. To survive the winter, Ed Post, his father and his sister went into the forest to gather wood. ‘It was a harsh winter, and we had no idea how harsh it would be.’ It was only September. The trio headed into the forest with a wheelbarrow and an axe. ‘All of a sudden, we found ourselves surrounded by German soldiers. We saw the tense faces of three of them appear from behind the trees.’ Using their rifles, they forced Ed, his father and his sister onto a bank at the centre of the forest. ‘We were taken hostage with about twenty other men. I knew exactly where we were,’ explained Post, pointing to the location. ‘We had to stand there for two hours with our hands up.’ Post’s sister had become tired after standing for two hours with her hands in the air. One of the hostages, who spoke a little German, asked if the girl could put her hands down. ‘I’ve replayed the scene over and over,’ explains Post. ‘One of the soldiers hit my sister with a heavy machine gun and yelled “higher, higher”. It was an incredibly frightening experience. There was nothing we could do except stand there and wait. The Germans were in a state of panic of course.’ Post realised that he and his sister experienced the whole thing much differently to the adults. ‘Children experience things like this as an adventure, but it was no adventure’. All it would have taken for one of them to fire a gun would have been for a plane to fly overhead.

 

Without warning, the whole episode came to an end and the Germans walked away. ‘Suddenly, they had all gone. They didn’t say that we were allowed to leave, but presumably they had spotted enemies and so they fled.’

 

There was not much talk of the war. Post told his own children about his experiences during the war only several decades later. He made a painting about what happened. Craters are still visible in the landscape at Kaatsheuvel, where the MAST could once be found.

PHOTO
The painting by Ed Post about his memories of the war
(Image: private ownership, Ed Post, undated)

PARTNERS