ÉÉN VOOR ALLEN, ALLEN VOOR ÉÉN

Schrijver
Marlon van den Bergh
Locatie
Hout in Geldrop, in het verlengde van het Bogardeind
Thema
Bezetting

De familie Derks telde met zestien kinderen, acht jongens en acht meisjes, en woonde te Hout in Geldrop. Het gezin had het niet breed. De zoons ventten aardappels voor de kost. Tijdens de oorlog deelden ze een grote afkeer voor de Duitse bezetter. Maar dat gold niet voor de achttienjarige Riek, één van de dochters. Ze werd verliefd op een Duitse Feldwebel. Het feit dat hij was getrouwd en twee kinderen had, stond haar liefde niet in de weg. Voor de broers Henk (35), Gerard (24), Theo (27) en Christ (22) was het gedrag van hun zuster een doorn in het oog.

Een koude winternacht

Op 2 februari 1942 is het, zoals de voorgaande maanden, erg koud. De bewoners van Geldrop zakken tot boven hun knieën in de sneeuw. De familie Derks maakt zich op voor de nacht. Wanneer Gerard stomdronken thuiskomt en de boel wil afsluiten, zegt moeder hem nog even te wachten. Riek is nog op stap met haar geliefde. Boos pakt Gerard een broodmes uit de keuken en stapt op. “Ze hangt zeker weer ergens uit met die Mof.” Met het mes loopt hij naar de deur. Een koude bries waait binnen als Gerard de deur achter zich dichttrekt. Moeder blijft angstig achter, maar Christ begrijpt maar al te goed de woede van zijn broer.

Riek is samen met haar geliefde en een andere Duitse militair bij de zandafgraving de IJzeren Man, in de bossen buiten het dorp. Niet lang nadat Gerard daar is aangekomen, steken enorme rode plassen schril af in de sneeuw. Het broodmes veroorzaakt diepe wonden in het lichaam van de Duitse sergeant, die ter plekke overlijdt. In de sneeuw, naast de plassen bloed, verraden voetafdrukken dat de andere militair de benen heeft genomen. Een daad van lafheid, zo wordt later door de Duitsers geoordeeld. Maar ook de daad van Gerard laten de Duitsers niet ongestraft.

Het heldhaftige voorstel

Diezelfde februarinacht omsingelen de Duitsers het huis van de familie Derks. Riek heeft de Duitsers ingelicht en laat haar eigen familie oppakken. Op dat moment zijn vader, moeder, Henk, Gerard, Theo, Christ en één van de zussen thuis. Iedereen wordt meegenomen naar het politiebureau, op moeder na. Zij blijft thuis alleen achter. Op het politiebureau worden allen verhoord. Vader en zus gaan vrijuit, nadat ze de Duitsers ervan hebben overtuigd dat ze onschuldig zijn. Gerard bekent schuld, maar de Duitse politie gelooft niet dat het een eenmansdaad is. De vier broers worden vastgezet op de Duitse vliegbasis Welschap in Eindhoven.

“Dood door de kogel voor alle vier, wegens de moord op een soldaat van het Derde Rijk” meldt het vonnis. De broers krijgen een kort moment samen. Henk, de oudste van de vier, komt met een heldhaftig voorstel. “Als ik nou ook beken, dan blijven jullie twee misschien in leven”, zegt hij tegen Christ en Theo.

Allen worden naar de gevangenis in Amsterdam gebracht. Ook daar hangt op de celdeuren de officiële mededeling over de aanstaande executie van de vier broers. Telkens als de deur opengaat, denkt Christ dat het noodlot daar is. Maar op 10 februari ontvangen Christ en Theo bericht dat hun doodvonnis wordt omgezet in 10 jaar tuchthuis. Dan komt ook het verdrietige nieuws dat op 8 februari Gerard en Henk zijn gefusilleerd. De heldhaftige beslissing van Henk redde de levens van zijn twee broers.

Geen vergiffenis

Christ en Theo komen in de gevangenis van Siegburg terecht. Veel tijd om het grote verdriet te verwerken krijgen ze niet, ze moeten meteen aan het werk. Riek, die voor haar eigen veiligheid naar een kindertehuis buiten het dorp is gebracht, komt twee keer op bezoek en vraagt om vergiffenis. Maar daar willen de broers niets van horen. Na tweeënhalfjaar worden de twee broers naar kamp Eberstadt verplaatst. Vandaar komen ze in Ebrach terecht. In de kampen leven ze onder barre omstandigheden. De broers komen ten slotte in kamp Bernau, vlakbij Berlijn. Ze zijn zo zwak dat niets meer kunnen. In 1945 bevrijden de Amerikanen en Fransen het kamp. Christ weegt dan nog maar 37 kilo.

Na een reis van een maand kwamen Christ en Theo terug thuis. Daar wist de familie niet eens dat de broers nog leefden. Het kostte beide broers haast een jaar om weer aan te sterken. Van zus Riek wilden ze nog steeds niets weten. Ook toen de familie druk was met de terugkomst van zijn zus, uit het kindertehuis, weigerde Christ de noodzakelijke papieren te ondertekenen. Alle familieleden moesten hiervoor tekenen, zonder zijn handtekening kon Riek niet thuis op bezoek. Uiteindelijk tekende Christ, omwille van zijn moeder, maar op de dag dat Riek terugkeerde, was Christ niet thuis. Hij kon het niet aan om oog in oog te staan met zijn zus, die hij verantwoordelijk hield voor alle ellende. Nog tot lang na de oorlog had Christ het er moeilijk mee. In 2015 overleed Christ op 95-jarige leeftijd.

BRON:
Hermens, A., Geldrop en Mierlo tijdens WO-II 1940-1945, Geldrop, 2012. https://brabantsegesneuvelden.nl/persoon/henk-derks-batenburg-gld-1907. Geraadpleegd op 4 oktober 2018.

 

FOTO – Familiefoto familie Derks

FOTO – Christ Derks

ONE FOR ALL, ALL FOR ONE

Author
Marlon van den Bergh
Location
Op ’t Hout in Geldrop, in the extension of the Bogardeind street.
Theme
Occupation

The Derks family, comprising sixteen children, eight boys and eight girls, lived in ’t Hout in the town of Geldrop. The family was not well off and the sons sold potatoes to make a living. They showed a lot of dislike for the German occupiers during the war. But eighteen year old Riek, one of the daughters , had different feelings as she was in love with a German Feldwebel  (sergeant). The fact that he was married with two children did not deter her.  Their sister’s behaviour was a point of contention for the brothers Henk (35), Gerard (24), Theo (?) and Christ (22).

A cold winter’s night

The night of 2 February 1942 was very cold, as it had been the previous month, and the residents of Geldrop were up to their knees in snow. The Derks family were settling down for the night, and when Gerard came home blind drunk and wanted to close up, his mother told him to wait. Gerard angrily picked up a bread knife in the kitchen and went out. “She’s hanging around somewhere with those Jerries”. He walked to the door with the knife. A cold wind blew in as Gerard closed the door behind him. Mother stayed behind, anxiously, but Christ understood his brother’s anger all too well.

Riek and her lover went with other German Soldiers to the IJzeren Man gravel pits in the woods just outside the village. Not long after Gerard arrived, large red patches covered the snow. The bread knife had made deep wounds in the German sergeant’s body and he died on the spot. Footprints in the snow next to the pools of blood confirmed that the other soldiers had run away. An act of cowardice, as it was later judged by the Germans,  but Gerard’s deed did not go unpunished.

A heroic proposal

That same February night the Germans surrounded the Derks family’s house. Riek had informed the Germans and let her own family be detained. At the time, father, mother, Henk, Gerard, Theo, Christ and one of the sisters were at home, and all were taken to the police station except mother. She stayed  home by herself. Everyone was interrogated at the police station. Father and sister were released after they had convinced the Germans that they were innocent.  Gerard pleaded guilty but the German police did not believe that it was the work of just one person. The four brothers were detained at the German airbase of Welschap in Eindhoven.

“Death by firing squad for all four, for the murder of a soldier of the Third Reich,” was the verdict. The brothers had just a few minutes together. Henk, the oldest of the four, came up with a heroic proposal. “If I also confess, you two might stay alive,” he said to Christ and Theo.

They were all taken to the prison in Amsterdam. The official declaration of the forthcoming execution of the four brothers also hung on the cell doors. Every time the door opened, Christ thought that his time had come. On 10 February Christ and Theo received the news that their death sentence had been reduced to 10 years in prison. Then came the sickening news that on 8 February Gerard and Henk had been executed. That heroic decision by Henk had saved the lives of his two brothers.

No pardon

Christ and Theo were sent to Siegburg prison. They did not have much time to deal with their enormous grief, they had to get to work at once. Riek, who for her own safety had been moved to a children’s home outside the village, visited on two occasions to ask for forgiveness, but the brothers would have nothing to do with her. After two and a half years the brothers were moved to Camp Eberstadt, and from there they ended up in Ebrach. Living conditions were harsh in the camps. The brothers were finally taken to Camp Bernau, close to Berlin. They were so weak they couldn’t do anything. When the Americans and the French liberated the camp in 1945, Christ weighed just 37kg.

After a journey lasting one month, Christ and Theo returned home. The family had no idea that the brothers were still alive. It took both brothers almost a year to regain their strength, and they wanted nothing to do with their sister Riek.  When the family was busy arranging the sister’s return from the children’s home, Christ declined to sign the necessary papers. All members of the family had to sign, without their signatures Riek could not visit the home. Christ eventually signed it for his mother’s sake, but on the day that Riek came back, Christ was not at home. He could not bear to be face to face with his sister, whom he held responsible for all their misery. Things were difficult for Christ for a long time after the war; he died in 2015 at the age of 95.

PARTNERS