OVERLOON: EEN TWEEDE IEPER

Schrijvers
Juriaan van Waalwijk, Moniek Hover, Erik van den Dungen, Vincent Neveu
Locatie
Overloon
Thema
Strijd 1944
Harrie van Daal, geboren in 1908, was ambtenaar bij de Gemeente Overloon–Maashees (later Vierlingsbeek). Tussen de twee wereldoorlogen in had hij het slagveld van het Belgische Ieper bezocht en was daarvan diep onder de indruk geraakt. Hier werd de Eerste Wereld­oorlog op indringende wijze in herinnering gehouden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Van Daal zijn werk als ambtenaar doen. Hij wist een aantal mannen uit de Arbeitseinsatz te houden door ze, althans op papier, lid van de vrijwillige brandweer te maken.

In juni 1944 zetten de geallieerden met de landing in Normandië de bevrijding van Europa in gang. De smalle strook land tussen Eindhoven en Arnhem die tijdens Operatie Market Garden is bevrijd, wordt langzaam maar zeker breder. Ruim vier jaar lang is de Tweede Wereldoorlog min of meer aan de inwoners van Overloon voorbij gegaan. Natuurlijk hebben ze wel Duitse militairen in hun straten gezien, maar van oorlogsgeweld is geen sprake.

Als het front in september 1944 het Peeldorp bereikt, verandert het leven van de inwoners van Overloon radicaal. De Duitsers hebben zich in de omgeving ingegraven om de geallieerden een halt toe te roepen. Tussen de eerste gevechten door worden de inwoners van Overloon – en dus ook Harrie van Daal – verplicht om op stel en sprong hun huizen te verlaten en te evacueren.

Op 12 oktober 1944 om 11.00 uur breekt de hel los boven Overloon. De geallieerden bestoken de Duitse stellingen met ongekend zware artillerie – maar liefst 230 kanonnen – en luchtaanvallen. Huis voor huis wordt Overloon door de Britten veroverd. Op 12 oktober is het laatste huis in Britse handen. Daarmee is Overloon bevrijd maar van het dorp is niet veel over.

Wanneer Harrie van Daal na de Slag bij Overloon naar huis terugkeert, treft hij in en rond zijn dorp een totale verwoesting aan. Zijn eigen achtertuin is eigenlijk een tweede Ieper geworden.

Maanden later loopt Van Daal door het kapot geschoten Overloonse bos met alle overblijfselen van de strijd. Samen met een bosarbeider bekijkt hij wrakken van tanks en mijnenvelden die met witte linten zijn gemarkeerd. Ter plekke be­sluiten zij dat hier een monument moet komen, bijvoor­beeld een museum, ter ere van de gevallenen en om de herinnering aan de vreselijke oorlog levend te houden.

Ze leggen hun idee voor aan de burgemeester en natuurlijk, zoals dat hoort, aan de pastoor. Dertig burgers van Overloon leggen ieder 50 gulden in. Dit terwijl hun dorp in puin ligt en de heropbouw eigenlijk nog moet beginnen.

Op 25 mei 1946 ging in Overloon het eerste museum over de Tweede Wereldoorlog in West-Europa open voor het publiek. Zelfs nog voordat het dorp volledig heropgebouwd was. Van Daal, die de publiciteit schuwde, bleef daarbij altijd de man op de achtergrond, als secretaris van het bestuur. Voor zijn inspanningen ontving hij onder meer het Duitse Bundesverdienstkreuz.

Het was Harrie van Daal die de beroemde gedenksteen bij het museum liet oprichten:

“Sta een ogenblik stil bezoeker en bedenkt dat de grond waarop gij nu vertoeft eens een van de felst omstreden sectoren was van het slagveld Overloon. Bitter is hier gevochten in man-tegen-man-gevechten. Vele jonge levens, aan de slagvelden van Nettuno en Normandië ontkomen, vonden onder deze bomen hun einde.”

 

Historisch kader Oorlogsmusea
Na de oorlog ontstond er geleidelijk een aantal musea die de objecten uit de Tweede Wereldoorlog tentoonstelden. In Overloon werd op 25 mei 1946 het eerste museum over de Tweede Wereldoorlog in West-Europa geopend. Ruim achtenzestig jaar later, in 2014, telde Nederland maar liefst 83 oorlogsmusea. Op deze plekken worden niet langer alleen objecten tentoongesteld, ook de persoonlijke verhalen over de oorlog worden er verteld. Een van de meest bekende Nederlandse oorlogsmusea is het Anne Frank Huis in Amsterdam. Ook in Noord-Brabant zijn er grote oorlogsmusea, zoals Oorlogsmuseum Overloon, Nationaal Monument Kamp Vught en Museum Bevrijdende Vleugels in Best.

 

Bekijk hier het overzicht van oorlogsmusea in Nederland: https://www.tweedewereldoorlog.nl/musea/

Bronnen:

FOTO
Harrie van Daal, oprichter van het eerste museum over de Tweede Wereldoorlog in West-Europa.

SAMENWERKENDE PARTNERS

OVERLOON, A SECOND YPRES

Authors
Juriaan van Waalwijk, Moniek Hover, Erik van den Dungen, Vincent Neveu
Location
Overloon
Theme
Battle1944

Harrie van Daal, born in 1908, was a civil servant at the Municipality of Overloon–Maashees (later to become Vierlingsbeek). He had visited the battlefields in the Belgian town of Ypres between the two world wars and they had made a deep impression on him. Memories of the First World War were kept alive here in a poignant way. During the Second World War Van Daal continued his work as a civil servant. He managed to prevent a number of men from being conscripted into the Arbeitseinsatz (Forced Labour Deployment) by making them members of the volunteer fire brigade, at least on paper.

In June 1944 the Allies set the liberation of Europe in motion with the Normandy Landings. The small strip of land between Eindhoven and Arnhem that was liberated during Operation Market Garden was slowly but surely being widened. For more than four years the Second World War more or less passed by the population of Overloon. Of course they often saw German troops in the streets, but there was no question of war violence.

When the front reached this village in the Peel region in September 1944, the lives of Overloon’s residents changed radically. The Germans had entrenched themselves in the surroundings  to try to stop the Allies. During the first fighting the residents of Overloon –  so also Harrie van Daal – were forced to leave their houses and evacuate the village at a moment’s notice.

Hell broke loose above Overloon on 12 October 1944 at 11 in the morning. The Allies attacked the German positions with unbelievably severe force – no fewer than 230 heavy artillery – and air raids. Overloon was conquered by the British house by house. On 12 October the last house was in British hands. Overloon was liberated, but there was not much left of the village.

When Harrie van Daal returned after the Battle of Overloon, he found total devastation in and around his village. His own back garden had in effect become a second Ypres.

Months later Van Daal was walking through the destroyed Overloon woods with all its remnants of the battle. Accompanied by a forest worker he looked at the wrecked tanks and the minefields which had been marked out with white ribbons. They decided there and then that there should be a monument here, possibly a museum, in honour of the fallen and to keep the memory of a terrible war alive.

They presented their idea to the mayor and, as was normal in those days, to the local priest. Thirty residents of Overloon each donated 50 guilders – and this at a time when their village was reduced to rubble and when rebuilding needed to get under way.

On 25 May 1946 the first museum dedicated to the Second World War in Western Europe opened to the public in Overloon. This was before the village had been completely rebuilt. Van Daal, who shunned publicity, remained the man behind the scenes as secretary to the board of governors. He received many awards for his efforts, including the German Order of Merit.

 

 

It was Harrie van Daal who was responsible for the famous memorial stone at the entrance to the museum:

‘Stand still for a moment, dear visitor, and remember that the ground you are now standing on was one of the most fiercely contested sectors of the Overloon battlefield. Hand to hand fighting here was bitter. Many young lives who had survived the battlefields of Nettuno and Normandy were lost under these trees.’

PHOTO

Harrie van Daal, founder of the first museum dedicated to the Second World War in Western Europe

PARTNERS